Maandag 24 april 2017
Omdat mijn vriend na de
meivakantie met zijn groep 8 een aantal dagen op kamp gaat naar Texel, gaan we
nu met z’n tweeën alvast een paar dagen naar het eiland om voor te verkennen.
We zullen verblijven in het dorpje Den Burg, waar we zullen slapen in een
hostel.
De dag begint – zoals altijd
als we op vakantie gaan – vroeg. We ruimen de laatste dingen op, pakken de
koffer in met de laatste spullen en lopen dan naar de bushalte. Omdat mijn OV
chipkaart toch niet in mijn tas blijkt te zitten, missen we de bus die we
eigenlijk hadden willen nemen. We nemen de volgende bus en ondanks dat hij erg
lang stil blijft staan bij een rood licht, halen we de trein die ons naar
Utrecht Centraal brengt. Daar stappen we over op de intercity naar Den Helder:
een rit van zo’n twee uur.
In de trein zitten we met onze
koffer in een tussenstukje bij de deuren. Er gebeurt weinig onderweg en de
trein rijdt rustig door. Bij station Alkmaar moeten we verhuizen naar het
voorste gedeelte van de trein, omdat er slechts één deel doorgaat naar Den
Helder.
Op station Den Helder stappen
we uit. Bij het loket naast het station kopen we voor 3 euro per persoon een
enkele reis voor de bus. Dit kaartje is zowel geldig voor bus 33, van het
station naar de haven, als op Texel.
De bus brengt ons in slechts
een paar minuten tijd naar de veerhaven. Daar lopen we door de toegangspoortjes
en sluiten aan achter een groep scholieren, die Frans met elkaar praten.
Waarschijnlijk komen ze uit het Franse gedeelte van België, aangezien er
stickers van luchthaven Brussel op hun koffers en tassen zitten.
Na heel even gewacht te
hebben, komt de veerboot van de Teso aan. De auto’s en voetgangers gaan eraf en
wij mogen erop. Het is een grote veerboot met twee parkeerdekken voor auto’s en
vrachtwagens en op de bovenste verdieping een eetgelegenheid met tafels en
stoelen. We staan heel even buiten, maar vanwege de wind gaan we toch naar
binnen. Daar eten we onze zelf meegebrachte boterhammetjes op voor we alweer
van boord mogen.
Even een haarfotootje aan boord. Voor meer foto's: ga naar mijn Instagram @miriamtogether (instagram.com/miriamtogether)
We verlaten de veerboot en
lopen naar de bus die al klaar staat. Lijn 28 rijdt over de Pontweg, de
centrale weg van het eiland, en stopt in de verschillende dorpjes. Wij moeten
uitstappen bij het gemeentehuis van Den Burg voor ons hostel, Stayokay. Het is
vanaf de bushalte prima te lopen, aangezien het hostel achter het gemeentehuis
ligt.
Bij het hostel checken we in.
Onze kamer is al vrij, dus we kunnen direct door naar de eerste verdieping. Ook
krijgen we de sleutels van de fietsen die we gehuurd hebben.
Onze kamer in het hostel, 1.10
We gaan eerst even naar de
kamer, maken onze bedden op en pakken een beetje uit. Dan nemen we onze
fietssleutels mee en gaan op zoek naar de fietsen. Op de sleutels staat een
nummer, dat correspondeert met het nummer op de fiets. Al vrij snel hebben we
beide fietsen gevonden in de overdekte fietsenstalling en kunnen we op weg.
Met een klein tegenwindje
beginnen we aan de fietstocht van ongeveer zes kilometer richting De Koog, het
meest toeristische dorpje van Texel. Onderweg zien we nog een auto-ongeluk: een
auto ligt helemaal op zijn kop. Als we het later nazoeken, blijkt het te gaan
om een flinke botsing, maar gelukkig heeft iedereen het overleefd.
We fietsen door naar de Koog
en rijden even langs de accommodatie waar mijn vriend met zijn klas zal
verblijven. Morgen willen we er uitgebreider kijken, nu rijden we snel door
richting het centrum, vooral omdat het begint te regenen.
In De Koog parkeren we onze
fietsen en lopen we door de hoofdstraat met winkels. Overal zijn souvenirs te
koop, die bij veel winkels op elkaar lijken: schapen, zeehonden en spullen met
‘Texel’ erop. Ook zijn er veel restaurants en cafés, maar door het weer zijn er
weinig tafeltjes bezet.
Aan de andere kant van de
winkelstraat is een heuvel die richting de duinen leidt. Natuurlijk gaan we
erover heen, want we willen de Noordzee wel even zien! Het is erg rustig op het
strand, waardoor het extra heerlijk uitwaaien is. We maken wat foto’s en
genieten even van de frisse zeelucht.
Even uitwaaien aan zee
Via een andere route keren we
terug naar onze fietsen. Omdat het toch wel erg fris is, pauzeren we bij een
cafeetje voor een warm drankje met een stukje appelgebak. De service bij het
café is niet al te best, maar het appelgebak maakt veel goed.
Na het afrekenen stappen we op
onze fietsen voor een rit door de duinen. Het is een heerlijk rustig fietspad
met veel heuveltjes. De wind valt mee, maar elke keer spettert of regent het
iets. Een zwart konijn trekt zich weinig van het weer aan: ze poetst zich op
haar gemak rustig tussen de grassprieten.
Weer of geen weer, dit konijn poetst gewoon door!
Ondanks de regen trappen we
door tot we uiteindelijk op ruim twee kilometer van De Cocksdorp zijn, een dorp
aan de noordkant van het eiland. Hier zien we twee fazanten lopen, die we
natuurlijk even op de foto moeten zetten.
Een van de fazanten
Aangezien we nu al zo ver
zijn, trappen we door naar de vuurtoren nog zo’n tweeënhalve kilometer verder.
Het laatste heuveltje kost flink wat kracht, maar dan zijn we er toch. We lopen
naar de ingang, gaan de eerste trap op om de toegang te betalen en volgen dan
de ruim honderd treden naar de top. Daar hebben we een prachtig uitzicht over
het eiland. Alles lijkt heel dichtbij (Vlieland ligt maar tweeënhalve kilometer
verder), maar we weten allebei dat het toch nog best ver is.
Uitzicht vanuit de vuurtoren op Vlieland
We blijven een tijdje boven en
kijken op ons gemak rond. We zijn inmiddels de enigen boven, zodat we in alle
rust van het uitzicht kunnen genieten. Als we het toch wel erg koud krijgen,
gaan we terug naar binnen om weer naar beneden te gaan.
Hallo, daar beneden!
Het is nu drukker in de toren,
waardoor we regelmatig even moeten wachten. Dit geeft ons tijd om een rondje te
lopen door de gang tussen de oude en nieuwe vuurtoren. De oude vuurtoren is
namelijk jaren geleden zwaar onder vuur genomen, waarna er een nieuwe muur
omheen gebouwd is. Deze is op een klein afstandje gebouwd, zodat je rond kunt
lopen. In de oude muur zijn de kogelgaten nog goed te zien.
De nieuwe vuurtoren met daaronder de oude vuurtoren
Wanneer we weer beneden zijn,
pakken we onze fietsen om terug te keren naar De Koog. Het is nog een flinke
tocht terug en de zadels zitten toch minder lekker dan we eerst dachten. We
zijn dan ook blij als we terug zijn in het dorp.
Bij een Mexicaans / Spaans
restaurant genaamd El Toro besluiten we iets te eten. Het blijkt een goede
keuze: het eten is er heerlijk! We krijgen een flinke hoeveelheid en houden
echt geen ruimte meer over voor een toetje.
Met volle magen fietsen we
terug naar ons hostel in Den Burg. Op de kamer willen we even opwarmen, maar
eigenlijk is het daar nog kouder dan buiten. Daarom gaan we naar beneden, waar
een soort huiskamer nagemaakt is met kasten met boeken, bankjes en tafels. We
nemen nog een drankje en zitten een tijdje voor we op verkenning gaan. Er
blijken verschillende spelletjes te zijn om te doen, van scrabble tot
backgammon en van tafelvoetbal tot sjoelen en poolen. Hiermee vermaken we ons
een tijdje voor we naar de kamer gaan voor onze eerste nacht op het eiland. We
zijn aardig moe na de lange reis en de fietstocht, dus slapen zullen we zeker!
Tot morgen!