Zaterdag 21 april 2018
Mijn vriend en ik zijn echte
wereldreizigers: Afrika, Azië, Amerika – we hebben het allemaal gezien. Maar in
Nederland komen we niet verder dan onze eigen provincie Utrecht, Noord-Brabant
en een paar dagen Texel. Daarom besluiten we een weekendje weg te gaan in eigen
land. De bestemming? Delfzijl in het hoge noorden van het land.
Na de gebruikelijke
‘We-gaan-weg-alles-moet-in-orde-zijn’ ochtendstress vertrekken we richting
Delfzijl. De snelweg brengt ons in rustig tempo van Utrecht naar Zwolle en dan
door naar Assen. Daar verruilen we de snelweg voor een provinciale weg. Het is
nu zeer rustig rijden tussen de weilanden door met af en toe grote industriële bedrijven
en natuurlijk de gaswinning.
Uiteindelijk komen we aan in Delfzijl.
Dankzij ons navigatiesysteem kunnen we het hotel moeiteloos vinden. We parkeren
de auto en gaan het gebouw in. Het hotel bestaat uit een lange, brede gang met
aan beide kanten de kamers, 20 in totaal. Na een vlotte incheck krijgen we
kamer 3 toegewezen.
De kamer is redelijk groot en
vooral erg hoog. Er staat een tweepersoonsbed in, een bureautje, een kast en er
hangt een televisie. De badkamer is netjes voorzien van douche, toilet en
wasbak. Wat ons meteen opvalt, is dat de tegels van de badkamer erg lijken op
de tegels die wij uitgezocht hebben voor de badkamer in ons nieuwe huis. Zou
het dezelfde leverancier zijn?
Onze kamer in Hotel aan de Singel
We laten de kamer voor wat
deze is en gaan het dorp verkennen. Via een omweg komen we bij het centrum van
Delfzijl, dat bestaat uit een winkelstraat met een aantal zijstraatjes. We
bekijken een paar winkels op de hoofdwinkelstraat en de winkelstraat erachter
voor we richting het strand lopen, dat vlakbij het centrum ligt.
Om bij het strand te komen,
kunnen we de weg oversteken en doorlopen, maar we kunnen ook via een brug de
weg over. Dit doen we, zodat we uitzicht hebben over de stad en het strand.
Links van ons zien we het bekende Eemshotel, dat gebouwd is op palen. Ernaast
zijn een aantal gekleurde deuren in een rond gebouw, waarschijnlijk moeten dat
kleedhokjes voorstellen.
Het Eemshotel en het strand
Op de trap van het
kleedhokjesgebouw eten we de broodjes op die we als lunch meegenomen hadden van
huis. Links van ons komt een drietal zitten met een mobiel die luid muziek
afspeelt. Een van de mannen begint mee te zingen met de nummers van Adele en
Michael Jackson. Helaas heeft hij een verschrikkelijk accent en kan hij ook
geen melodie houden, waardoor onze rust eigenlijk nog meer verstoord wordt dan
door de luchtsirene die we een paar minuten eerder af hoorden gaan bij het
industriegebied in de verte.
Zodra we onze broodjes op
hebben, trekken we dan ook onze slippers aan en beginnen we aan onze wandeling
over het strand. Het is geen bijzonder strand, zeker niet met de grote
bedrijven op de achtergrond, maar het is heerlijk rustig. We komen één man met
een hond tegen, maar verder is het strand helemaal verlaten.
Het verlaten strand
In de verte zien we
verschillende industriegebieden, waarvan eentje met een grote rookpluim. Het
andere gebied, zo ontdekken we later, blijkt al Duitsland te zijn.
Een van de industriegebieden
We lopen een flink stuk over
het strand voor we omkeren en teruggaan naar de brug die ons naar het strand
bracht. We gaan linksaf op de brug, zodat we een soort stadsmuur kunnen volgen
die om Delfzijl heen ligt. Bij de Grote Waterpoort pauzeren we even om onze
schoenen aan te trekken en natuurlijk om de poort op de foto te zetten. De
poort werd al in 1833 gebouwd, in de jaren 70 gerestaureerd en is nog steeds in
gebruik: bij hoog water worden de deuren gesloten om de stad te beschermen.
De Grote Waterpoort
Aan de andere kant van de
poort is de jachthaven van Delfzijl. Er liggen wat bootjes aangemeerd en
verderop ligt een groot containerschip, maar verder is er niet veel te zien.
Via de stadsmuur lopen we
verder. We volgen de muur tot het einde, waar een schuin aflopend pad ons weer
naar beneden brengt. Ook hier is een poort, de Kleine Waterpoort. Vroeger was
dit een toegangspoort, maar nu zijn de deuren bedoeld om Delfzijl tegen
hoogwater te beschermen.
We ontdekken dat we niet heel
ver van het hotel vandaan zijn. Onderweg ernaartoe komen we langs een oude
molen, die open is voor bezoek. Er is een expositie en bovenin is te zien hoe
de molen vroeger gebruikt werd. Het is een echte oude molen met veel gekraak en
veel stof. Helemaal bovenin zien we nog iets draaien: later ontdekken we dat de
molenaar de wieken naar een zijkant van de molen gedraaid heeft.
Van de molen gaan we naar ons
hotel, waar we even op de kamer van de gratis wifi gebruik maken om te kijken
wat er in de buurt te doen is. Omdat we er niet heel veel wijzer van worden,
verlaten we de kamer en halen we simpelweg een ijsje om in het zonnetje op te
eten. Met het plan om een stukje te gaan rijden met de auto lopen we terug
richting het hotel. Ineens zien we het VVV en we besluiten meteen binnen te
stappen.
In het VVV worden we zeer
vriendelijk geholpen. We krijgen advies en mogen foldertjes pakken. De vrouw
raadt ons Appingedam aan, een plaatsje vlakbij Delfzijl waar de beroemde
hangende keukens zijn. Het lijkt ons leuk en we nemen graag de folders met de plattegronden
mee.
We verlaten het VVV en via een
speels fonteinenpleintje lopen we naar het hotel om de autosleutel te halen. We
stellen het navigatiesysteem in en vertrekken dan naar Appingedam.
Het fonteinpleintje in het centrum van Delfzijl
Het stadje is nog geen tien
minuten rijden vanaf Delfzijl. We parkeren de auto en lopen een stukje over de
Dijkstraat, de hoofdstraat van het stadje. Als we een bruggetje over het water
op gaan, zien we inderdaad de beroemde hangende keukens: delen van huizen die
boven het water gebouwd zijn zonder dat er een verdieping onder is.
De hangende keukens van Appingedam
Een paar minuten lopen we over
de Dijkstraat voor we teruggaan naar de ijswinkel en daar op het terras aan het
water gaan zitten met een drankje. Ondertussen hebben we uitzicht op de
gebouwen van de hangende keukens. De schoorsteen van één van de gebouwen wordt
met kabels tegengehouden om omvallen te voorkomen en beide gebouwen zijn
duidelijk scheef. We vermoeden dat de aardbevingen waarover je de laatste tijd
veel hoort er absoluut iets mee te maken hebben…
Na ons drankje lopen we verder
over de Dijkstraat. We slaan af naar het kleine katholieke Nicolaaskerkje, dat
tegenwoordig een restaurant is, en komen na een stukje lopen uit bij het plein
met de Nicolaïkerk, een protestantse kerk.
De Nicolaaskerk
Naast de toren van de kerk is
de maan al te zien, wat betekent dat we natuurlijk even onze fotocamera’s erbij
pakken. Het hele pleintje spreekt ons verder aan: het is gezellig, er zijn
mensen en het zonnetje schijnt er nog heerlijk bij.
Naast de toren is de maan te zien
Vanaf het plein lopen we nog
verder, waarbij we ook nieuwbouw zien. Helaas lijken deze gebouwen ook al iets
scheef te staan. Het doet ons beiden even nadenken over wat er speelt in
Groningen. Onderweg naar Delfzijl zagen we al de tenten van de hongerstaking
die gehouden wordt al protest tegen de gaswinning en het langzame afhandelen
van de schadeclaims en als we naar de auto lopen, zien we zelfs een gebouw met
barstjes erin. We zijn er even stil van, maar tegelijkertijd ook blij dat wij
voor ons nieuwe huis gekozen hebben voor een aantal gas besparende maatregelen.
We hopen dat meer mensen dat zullen doen, zodat ook toekomstige generaties nog
kunnen genieten van de leuke stadjes in Groningen.
Met de auto gaan we terug naar
Delfzijl, waar we even op de kamer bijkomen van het vele lopen dat we gedaan
hebben voor we naar het restaurant van het hotel gaan. Omdat het zonnetje nog
schijnt, nemen we plaats op het terras voor een heerlijke maaltijd. Het toetje
eten we echter binnen op, aangezien het toch snel frisser wordt.
Terwijl we genieten van het
heerlijke eten valt het ons op dat het alles behalve druk is. Er zitten wat
plaatselijke mensen aan een biertje en aan het tafeltje naast ons zit een
buitenlands stel dat waarschijnlijk ook in ons hotel verblijft. Ergens vinden
we het raar: het is een prachtige zaterdagavond en er is nauwelijks iemand op straat.
Is het misschien nog te vroeg?
We besluiten even terug te
gaan naar de kamer. Rond een uur of negen kleden we ons warm aan en verlaten
we, met onze camera’s, het hotel. Via de winkelstraat lopen we richting het
strand. Nu ontdekken we dat de tijd niets met het avondpubliek te maken heeft:
de straat is compleet uitgestorven. Bij een supermarkt zien we nog een groepje
staan dat net klaar is met werken, maar verder komen we niemand tegen. Uitgaan
is duidelijk niet de bezigheid die bovenaan het lijstje van de Delfzijlers
staat.
Het strand is al net zo
verlaten als het centrum. We zien dat het water zich nog verder weg heeft
getrokken dan vanmiddag, waardoor je bijna naar Duitsland lijkt te kunnen
lopen. De knipperende lichtjes van de windmolens geven echter aan dat het nog
wel een stukje is.
Delfzijl by night
We proberen wat foto’s te
maken met behulp van een prullenbak en bankje als statief. Twee keer moeten we
even opzij stappen om een auto te ontwijken die van het Eemshotel vandaan komt,
waar licht brandt om aan te geven dat er nog wel iets te doen is. Het grootste
feest van het dorp lijkt echter in het water naast de dijk gehouden te worden:
daar kwaken kikkers er vrolijk op los.
Aangezien we niet verder langs
het strand kunnen lopen door een afzetting, keren we om en lopen we terug het
centrum in. In de verte horen we wat muziek, waarschijnlijk van de
evenementenhal in de haven. Het is, op de kikkers na, het enige levendige in
het centrum, al komen we – als we bij de molen stilhouden voor foto’s – nog één
iemand tegen.
De molen die we eerder vandaag bezochten
Als we terug zijn op de kamer,
praten we nog een tijdje na over onze dag. Het was nooit onze bedoeling geweest
om uitgebreid uit te gaan in Delfzijl, maar dat er zo weinig mensen op straat
zijn op een zaterdagavond, vinden we echt opvallend. Delfzijl is op zich een
leuk stadje en Appingedam zeker ook, maar het ontbreekt gewoon nog aan wat
voorzieningen om echt toerisme te trekken. Desalniettemin vonden we het een erg
leuke dag.
Morgen zullen we ook nog een
dagje genieten van het noorden van ons land: dan willen we een bezoek brengen
aan Borger, waar het grootste hunebed van Nederland is.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten