Woensdag 1 augustus 2018: Pincher Creek --> Canmore
Na de rustdag van gisteren
staat er vandaag weer een lange dag op het programma. We rijden naar Banff,
waar we de populaire meren willen bezoeken.
We staan vroeg op, douchen,
kleden ons aan en gaan dan naar beneden voor het ontbijt. Als we voldoende
gegeten hebben, gaan we terug naar de kamer om tanden te poetsen en de laatste
spullen in te pakken. De volgende stap is het inladen van de auto en het
uitchecken bij het hotel. Hierbij blijkt er iets fout te zijn gegaan. Normaal gesproken
wordt er bij het inchecken een creditcard gevraagd als borg. Hier wordt een
bedrag op gereserveerd, dat – als er geen extra kosten blijken te zijn –
vrijgegeven wordt na het uitchecken. Als we nu uitchecken, blijkt echter dat
het complete bedrag van het verblijf afgeschreven is. Dit klopt niet, want de
hotelreservering is al betaald bij het complete pakket van onze reis. Na enig
heen-en-weer gepraat wordt beloofd dat het bedrag teruggestort wordt op de
creditcard.
We verlaten het hotel met het
voornemen de creditcardrekening goed in de gaten te houden. Nu willen we eerst
weer genieten van onze dag. We starten de auto en gaan op weg richting Banff.
Dit houdt in dat we eerst door een groen heuvellandschap rijden. Langzaam gaat
de weg iets omhoog. Ineens zie ik wat witte vlekken langs de kant van de weg
die verdacht veel op sneeuw lijken. Mijn verloofde twijfelt nog een beetje,
maar iets verderop is het meer dan duidelijk: er ligt sneeuw op de weg!
Sneeuw onderweg
De weg ligt gelukkig niet zo
onder de sneeuw dat we niet meer door kunnen rijden. Het is ook maar een kort
stukje waar de sneeuw ligt, nog geen halve kilometer verderop is er al geen
sneeuwvlok meer te bekennen. We rijden sneeuwvrij door naar het dorpje
Longview, waar we even stoppen. We kiezen helaas net het verkeerde tankstation
uit: het toilet is alleen gereserveerd voor betalende klanten. Pas als we een
flesje cola gekocht hebben, krijgen we een sleutel van het toilet, die we ook
weer in moeten leveren bij de balie.
Voor we doorrijden, wisselen
we even van chauffeur. We volgen de route naar snelweg 1, de Trans Canada
Highway. Als we de oprit nemen en in willen voegen, heb ik het idee dat we
terug zijn in Nederland qua rijgedrag: het verkeer raast voorbij alsof wij
stilstaan met onze negentig kilometer per uur (de maximumsnelheid) en ik word
er nauwelijks tussen gelaten om in te voegen. Dit ben ik met mijn Citroën C1
wel gewend, maar met onze grote Dodge Charger is dit toch iets nieuws!
Ik ben dan ook blij als we bij
Banff komen en we bij het Visitor Center weer van chauffeur kunnen wisselen. We
merkten op de snelweg al dat het hier een stuk drukker is en hoe verder we
rijden, hoe drukker het wordt. Bij de ingang van Banff National Park moeten we
dan ook even wachten voor we de toegang voor het park kunnen betalen. Een
toegangskaartje krijgen we in de vorm van een bonnetje dat we op de voorruit
moeten plakken.
Met de bonnetje keurig
opgeplakt kunnen we verder. Het Canadese nationale park blijkt al snel heel
anders dan de Amerikaanse parken. Daar heb je een weg die door het park gaat
met stopplaatsen, hier rij je over de snelweg tussen de bomen door. Het zal
ongetwijfeld ook met de grootte van Banff National Park te maken hebben, maar
het geeft ons al minder een nationaal park gevoel.
Over de snelweg rijden we
richting de grote meren, terwijl we links en rechts van ons de Rocky Mountains
zien. Hoewel we het nationale park gevoel missen, is het een schitterende
snelweg om op te rijden. We mogen er ook een flinke tijd op rijden, want vanaf
de toegangspoortjes is het nog een rit van ruim zestig kilometer naar Lake
Louise.
Omdat we weten dat Lake Louise
het populairste meer is van Banff National Park is ons plan om eerst Moraine
Lake te bezoeken. Dit is een meer vlakbij Lake Louise dat nog mooier schijnt te
zijn en rustiger. Dit hopen we ook, want overal langs de snelweg zien we al
borden dat alle parkeerplaatsen bij Lake Louise vol zijn. Helaas blijkt Moraine
Lake al net zo druk: de afslag naar het meer is zelfs helemaal afgesloten,
omdat de parkeerplaats vol is. We rijden maar een stukje door, niet wetend wat
we nu moeten doen. Ineens komen we in de buurt van Lake Louise. We kunnen niet
echt keren, dus rijden we het dorpje bij Lake Louise in en volgen we de route
naar het Château, een hotel naast het meer. Op een parkeerplaats vlakbij het
hotel vinden we gelukkig een plaatsje om de auto neer te zetten.
We pakken onze spullen en gaan
lopend richting het meer, ondertussen mensen ontwijkend. Als we bij het meer
staan, weten we eigenlijk niet wat we moeten zeggen. We zien de bergen met wat
sneeuw, een heel blauw meer… en minstens duizend mensen die het proberen te
fotograferen. Met een beetje heimwee denken we terug aan ons bezoek aan de
Painted Hills: een prachtig stukje natuur, maar ook zo ontzettend rustig. Het lijkt
heel ver weg nu we hier zo staan!
Lake Louise
Bijna alsof het verplicht is,
maken we foto’s van het meer. We vinden Lake Louise echt wel mooi, maar de
drukte staat ons gewoon heel erg tegen. Ook storen we ons aan de vele kano’s op
het meer. Als het meer beschermd natuurgebied is aangezien het bij een
nationaal park hoort, waarom mag het dan zo intensief gebruikt worden?
Kano's op het meer
Door de moeite die het ons
gekost heeft een parkeerplaatsje te vinden, hebben we nog geen zin om alweer
terug te gaan. We bekijken de borden even en zien dat er een wandeling is naar
Mirror Lake. Zou dat misschien iets rustiger zijn? We besluiten de wandeling te
doen… niet wetend dat het drie kilometer schuin omhoog lopend pad is…
Als we al een flink stuk
geklommen hebben, komen we op een punt waar we uitzicht hebben op Lake Louise.
Door de rust om ons heen en de bomen erbij vinden we dit al een veel mooier
plaatje dan beneden.
Uitzicht op Lake Louise
We lopen door en moeten ineens
wachten op overstekende paarden. Het is een groep, die onder leiding van een
gids te paard de berg op gaat. De paarden zijn heel gespierd, maar hebben
duidelijk ook moeite met het steile en onregelmatige pad.
Na bijna drie kilometer steil
omhoog gelopen te hebben, komen we eindelijk bij Mirror Lake aan. Het is een
klein meer met zulk stil water dat het een spiegel voorstelt. Mijn verloofde
loopt nog een rondje om het meer, ik hou intussen de eekhoorn in de gaten die
brutaal dichterbij komt. Wat me opvalt, is dat het beestje totaal niet bang is
voor mensen. Hij gaat zelfs bedelend voor iemand staan die een banaan eet. Het
is een complete wereld van verschil met de eekhoorns die we bijvoorbeeld bij
Lava Lands zagen: zij waren nog echt heel natuurlijk schuw, deze dieren lijken
bijna op tamme eekhoorns.
Mirror Lake
Eekhoorn bij Mirror Lake
Vanaf Mirror Lake is het –
volgens een bord – nog maar achthonderd meter naar Lake Agnes. Aangezien we nu
al zo ver zijn gekomen, vinden we dat het laatste stukje er ook nog wel bij
kan. Natuurlijk is dit pad net zo steil als het eerste stuk en om het nog
makkelijker te maken, moeten we af en toe over onregelmatige rotsen en takken…
Uiteindelijk bereiken we dan
toch heelhuids Lake Agnes, een groter meer met ook vrij spiegelend water. We
zitten een tijdje bij het meer, dat – ondanks de aanwezige mensen – iets
vredigs heeft. Zelfs als het begint te spetteren, blijven we zitten. Iets
verderop, in de buurt van het oude theehuis, zien we opnieuw eekhoorns die al
net zo tam lijken als het eekhoorntje bij Mirror Lake.
Lake Agnes
Voor we aan de wandeling terug
naar beneden beginnen, maken we even gebruik van de toiletten die er staan.
Daar krijgen we snel spijt van: wat een enorme stank! We begrijpen dat het
schoonmaken zo bovenop een berg lastig is, maar dit is wel heel erg!
Als we weer een beetje bekomen
zijn van de lucht, beginnen we aan de wandeling naar beneden. We starten
rustig: we stoppen nog even voor een foto van een watervalletje vlak onder Lake
Agnes en als de paarden die we eerder zagen, stoppen voor een rustpauze, moet
ik er natuurlijk even naartoe om er eentje te aaien.
Watervalletje
Dan beginnen we echt aan de
ruim drie kilometer terug naar beneden. Eigenlijk vinden we het naar beneden
lopen nog vervelender dan naar boven lopen: we voelen het flink aan onze kuiten
en knieën. Onderweg passeren we diverse keren Japanners met rinkelende
belletjes aan hun rugzak om beren te verjagen. Ze lijken niet te begrijpen dat
met zo veel mensen hier er geen beer is die dichterbij zal komen.
Na wat een eeuwigheid lijkt,
zijn we terug beneden. Inmiddels is het al tegen vijven en hopen we dat het
misschien iets rustiger is bij Lake Louise. Dit blijkt niet het geval: het is
nog net zo druk als eerst. We lopen terug naar de auto en rijden weg. Als we
bij de afslag voor Moraine Lake komen, zien we dat die nu open is. We besluiten
er dan ook maar meteen naartoe te gaan, we zijn er nu toch!
Bij Moraine Lake is het iets
makkelijker om een parkeerplaats te vinden. Vanaf de parkeerplaats lopen we
naar het meer, waar het ook druk is. Opnieuw vinden we het meer wel mooi, maar
de drukte staat ons gewoon tegen. We kijken rond en zien hoe mensen over de
boomstammen aan het begin van het meer proberen te lopen. Dit mislukt
natuurlijk regelmatig en verschillende mensen krijgen een nat pak.
Veilig poseren voor de boomstammen bij Moraine Lake
We lopen iets naar de zijkant
van Moraine Lake, waar we in iets meer rust foto’s kunnen maken. Omdat we al
een flinke wandeling gemaakt hebben vandaag en omdat het later en frisser
wordt, besluiten we het meer niet verder te verkennen, maar om terug te gaan
naar het hotel.
Moraine Lake
Terug bij de auto stellen we
het navigatiesysteem in naar ons hotel, dat in Canmore ligt, een plaatsje naast
Banff. Dit betekent nog ruim anderhalf uur rijden. Onderweg vallen er wat
druppels, maar de regen zet niet echt door.
In Canmore checken we om iets
over zevenen in bij het hotel, waar de receptioniste Nederlands blijkt te
spreken. We krijgen kamer 105 toegewezen. Na een snelle uitpakronde gaan we op
zoek naar een restaurant voor het avondeten. Omdat het al later is en we
allebei trek hebben, kiezen we opnieuw voor Boston’s Pizza. De pizza’s die we
nemen, zijn prima, maar het drinken is weer een ander verhaal. Omdat de
limonade van de vorige keer zo zoet was, kies ik nu voor Sprite. Helaas is dit
gemaakt van bruisend kraanwater, waardoor het drankje een erg chloorachtige
smaak heeft. Als de serveerster er later ook nog gewoon water bij gooit, ben ik
wel klaar met het drankje.
Wat we buiten het restaurant
zien, vrolijkt me weer iets op: er lopen een heleboel kleine konijntjes. Ze
zijn goed schuw: als iemand te dichtbij komt, schieten ze weg onder een grote
struik.
Konijntjes bij het restaurant
We gaan terug naar ons hotel,
waar we een plan voor morgen maken. Dan hebben we namelijk ook nog een dag om
Banff en de omgeving te bekijken. We zijn benieuwd, want hoewel beide meren
mooi waren, hopen we echt dat we morgen wat rustigere plekken kunnen vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten