Maandag 30 juli 2018: Missoula --> Pincher Creek
Vandaag is alweer onze laatste
dag in de Verenigde Staten. Na een bezoek aan Glacier National Park steken we
de grens over en gaan we terug naar Canada.
We staan vroeg op, douchen en
kleden ons aan en gaan dan naar beneden voor het ontbijt, want dat is wederom
inbegrepen. Het is ook weer een prima ontbijt met keuze uit brood, bagels,
muffins, omeletjes, worstjes en yoghurt. Er is ook een mogelijkheid om zelf
wafels te bakken. Omdat we deze vakantie nog geen wafels op hebben, besluiten
we er eentje te delen. Terwijl we wachten, worden we aangesproken door een
Amerikaanse man. Het wordt een gezellig gesprek en als we weggaan, krijgen we
zelfs nog een kaart van de staat Montana van hem waarop hij plekken van Glacier
National Park heeft omcirkeld die we echt moeten zien.
Na de man bedankt te hebben,
gaan we op weg. Het eerste gedeelte van de rit is vervelend: er zijn veel
werkzaamheden en een aantal vrachtwagens en auto’s maken het rijden er niet
leuker op. We kunnen merken dat we dichter in de buurt van Canada komen, waar
de rijstijl wat Europeser is. In de rest van de Verenigde Staten hebben we
nooit last gehad van vervelend verkeer, daar rijdt iedereen heel beschaafd en
rekening houdend met elkaar.
In het plaatsje Bigfork
stoppen we even bij een supermarkt voor een paar laatste boodschappen. Ook
wisselen we hier van chauffeur, want ik moet even bijkomen van het vervelende
stuk rijden. Als we weer doorrijden, wordt het landschap langzaam wat
bergachtiger. Uiteindelijk komen we bij de ingang van Glacier National Park,
waar we voor de laatste keer deze vakantie onze jaarpas mogen laten zien. Deze
is namelijk niet geldig in Canada.
Met een plattegrond van het
park beginnen we aan de rit over de Going-to-the-Sun Road, de hoofdweg van het
park. De weg loopt langs Lake McDonald, een heel groot meer. Bij een
parkeerplaatsje stoppen we even, zodat we naar het water toe kunnen lopen. Nu
zien we pas goed hoe helder het water is. We durven het aan om met onze voeten
in het water te gaan, maar verder ook niet: het water is namelijk best koud!
Lake McDonald
Iets verderop stoppen we
opnieuw. Vanaf deze stopplek hebben we uitzicht op een riviertje achter de
bomen en op de bergtoppen met gletsjers. Heel veel auto’s rijden de plek
voorbij, niemand lijkt door te hebben hoe rustgevend de plek is.
Een van de gletsjers van het park (wat er nog van over is)
We blijven een tijdje genieten
voor we verder rijden. Onderweg zien we een waterval, waar de weg overheen is
gelegd. We passeren Avalanche Creek, een groot stoppunt, waar het heel druk is.
We rijden dus door, hoger en hoger de berg op met ook nog een scherpe U-bocht. Iets
verderop zien we aan de linkerkant Weeping Wall, een bergwand waar het water
langs omlaag loopt, waardoor het net lijkt alsof de berg huilt.
Waterval bij de weg
Weeping Wall
Inmiddels is het uitzicht over
het dal heel mooi geworden, omdat we flink hoog zitten. De weg kronkelt zich
verder omhoog naar Logan Pass, het hoogste punt van de route. Het is ook het
drukste punt: de parkeerplaats bij het Visitor Center is helemaal vol. Langzaam
rijden we door en uiteindelijk vinden we anderhalve kilometer verderop een
parkeerplaatsje. We besluiten eerst even te lunchen en pakken de spullen uit de
kofferbak. Net als we het eerste broodje willen nemen, schiet er een steenbok
uit de bosjes. Hij haast zich over de weg en loopt dan rustig langs de berg
omhoog. Het is een heel mooi gezicht!
Uitzicht over het dal
De steenbok
Zonder verdere onverwachte
gasten eten we onze broodjes op. Dan kijken we nog even bij Lunch Creek, een
riviertje dat omlaag stroomt. Ook dit water is prachtig helder en heerlijk
koel. In de struiken zit nog een eekhoorntje, maar net als ik een foto wil
maken, schiet hij weg, waardoor ik alleen een foto heb van groene struiken…
We kijken nog bij de waterval,
die hoort bij het riviertje van Lunch Creek, voor we verder rijden. De weg gaat
nu omlaag, wat goed is voor de benzine. Toen we net aan het klimmen waren, liep
die namelijk schrikbarend snel terug, maar nu lijkt het erop dat we moeiteloos
de uitgang van het park kunnen halen.
De waterval bij Lunch Creek
Als we al een flink stuk
gedaald hebben, komen we bij het Saint Mary Lake. Het is een groot meer met
prachtig blauw water. Bij een parkeerplaatsje stoppen we even om foto’s te
maken. In het meer zien we nog een klein eilandje liggen, verder is het
helemaal glad. We vinden het allebei zo mooi dat we grappen dat we Lake Louise
(een bekend meer met blauw water in Canada) straks wel over kunnen slaan.
Saint Mary Lake
We moeten nu het park toch
echt verlaten. We rijden naar de uitgang en zoeken dan snel een tankstation op.
Ook geven we onze laatste Amerikaanse dollars uit aan wat flesjes drinken en
een kaart voor we richting de Canadese grens gaan.
Ons navigatiesysteem stuurt
ons via de toeristische route. Dit betekent dat we de 17 weg volgen naar de
grens, een route die langs Glacier National Park loopt en een stukje door
Waterton National Park gaat, de Canadese kant van het park. Omdat het maar een
klein stukje is, hoeven we geen toegang te betalen.
Uiteindelijk komen we bij de
grens. Er staat een grenspaal en vanaf de paal loopt er een lijn dwars door het
bos om aan te geven waar de grens is. We moeten wachten tot we bij de douane
mogen komen. Hier wordt ons paspoort gecontroleerd en moeten we enkele vragen
beantwoorden. De douanebeambte wordt na het officiƫle gedeelte iets
vriendelijker en kletst nog even met ons over Nederland. Dan krijgen we de
paspoorten terug en zijn we weer terug in Canada.
De grens
In eerste instantie verschilt
het landschap niet veel met dat van de Verenigde Staten. We rijden door een
groen berglandschap, al zien we wel meer boerderijen dan in de VS. Langzaam
worden de bergen meer heuvels en verdwijnen de echte bergen naar de
achtergrond. Hier en daar zijn grote boerderijen te zien met koeien die grazen
in de weilanden ernaast.
Via een industriegebied komen
we het dorpje Pincher Creek binnen, waar we twee nachten zullen slapen. Het
hotel blijkt naast de Walmart te zitten. We checken in en brengen onze spullen
naar kamer 202. Vervolgens gaan we naar het A&W restaurant dat naast het
hotel zit, waar ze reclame maken voor een nieuwe vegetarische burger. Die moet
ik natuurlijk even uitproberen!
Na het eten, dat prima heeft
gesmaakt, lopen we een rondje door de Walmart voor we terug gaan naar het
hotel. We besluiten nog even te gaan zwemmen en vermaken ons helemaal prima als
blijkt dat het zwembad een waterglijbaan heeft. Op de tijd hoeven we niet echt
te letten: morgen blijven we in Pincher Creek, er staat geen rit op het
programma. Bovendien hebben we besloten om morgen ook echt even rustig aan te
doen voor we aan het laatste deel van onze reis beginnen. Het is namelijk vanaf
Pincher Creek nog een kleine 1200 kilometer naar Vancouver, dus we hebben nog
wel even te gaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten