4 mei 2015: Boston à Québec
Vandaag is het vroeg op, want we hebben zo’n 650
kilometer af te leggen: we gaan namelijk de grens over en hebben de stad Québec
als eindbestemming.
Ik ben, net als gisteren en eergisteren, weer vroeg
wakker. Deze keer komt dat niet alleen door het tijdverschil: ik ben namelijk
gisteravond vergeten de airco uit te zetten in de kamer en het apparaat maakt
om de veertig minuten een heerlijk lawaai.
Omdat ik zo vroeg wakker ben, heb ik wel tijd genoeg om
mijn koffer weer terug in te pakken en even te kijken hoe alles in Nederland
gaat.
Vanwege de lange rit vandaag én de grensoversteek
vertrekken we al rond half acht bij het hotel. Onze reisleidster laat een lijst
in de bus rondgaan, zodat ze straks bij de grens aan kan geven hoeveel mensen
van elke nationaliteit er in de bus zijn. Het duurt nog wel even voor we bij de
grens zijn: we moeten eerst nog door de staten New Hampshire en Vermont.
Maar allereerst moeten we de stad Boston uit zien te
komen. Het is maandagochtend, dus er staat file. Gelukkig rijdt het wel
redelijk door en valt het uiteindelijk mee met de vertraging. We gaan over de
Zakim Bridge, een brug over de Charles River. De officiële naam is de Leonard
P. Zakim Bunker Hill Memorial Bridge, vernoemd naar Leonard P. Zakim, een man
uit Boston die opkwam voor gelijke rechten voor iedereen. De brug is onderdeel
van het “Big Dig” project, een enorm verkeersproject bij Boston. Onze
reisleidster vertelt ons als extra feitje dat de brug vaak te zien is in
autoreclamespotjes.
We rijden verder, komen nog even in de file terecht en
bereiken dan Essex County. De Britse invloed is hier duidelijk terug te zien
aan plaatsnamen als Londonderry en Manchester. We zijn inmiddels ook de
staatsgrens overgestoken en rijden nu door de staat New Hampshire. Onze eerste
stop is bij het Fort Eddy Plaza in Concord, de hoofdstad van New Hampshire. De
naam klinkt misschien spannend door het ‘Fort’, maar het is gewoon een
parkeerplaats met verschillende winkels eromheen. Een van die winkels is een
supermarkt, waar we wat boodschappen kunnen doen: eten meenemen van de
Verenigde Staten naar Canada is namelijk geen probleem, alleen voor alcohol
gelden strengere regels.
Fort Eddy Plaza in Concord, New Hampshire
Als de bus ruim drie kwartier later volgeladen is met
plastic boodschappentasjes kunnen we weer verder. Langzaam wordt het landschap
heuvelachtiger, want we rijden nu door de White Mountains.
Uitzicht vanuit de bus op de White Mountains
We komen door het Franconia Notch State Park en stoppen
uiteindelijk in het plaatsje Littleton voor de lunch. Dit blijkt een echt
Amerikaans dorpje te zijn. Hier bedoel ik mee dat er een diner is (een typisch
Amerikaans restaurant), een motel en natuurlijk zijn er verschillende
souvenirwinkeltjes. Ook is er een overdekte brug over de Ammonoosuc River. Ik
besluit hier vlakbij te lunchen, lekker op een terrasje aan het water in de
zon. Dit noem ik nu vakantie!
De overdekte brug over de Ammonoosuc River in Littleton
Iets over half één vertrekken we weer. Een bord langs de
kant van de weg geeft aan dat het nog zo’n 65 mijl tot Canada is. We rijden nog
steeds over de I93 North en steken uiteindelijk de grens over met de staat
Vermont. Het motto van deze staat is: “Happy cows, happy people” (“Blije
koeien, blije mensen”), maar we zien weinig koeien. Wel wordt het landschap
rotsachtiger.
Van de I93 gaan we verder over de I91. Deze weg loopt
door Vermont tot aan de grens met Canada. Om kwart voor twee komen wij aan bij
deze grens. We moeten nog even wachten, wat ons gelegenheid geeft de twee
minuten stilte in acht te nemen (twee uur hier is acht uur in Nederland, het
moment van de Dodenherdenking). Na één minuut en vijftien seconden mag de bus
doorrijden, maar iedereen wacht en blijft netjes stil tot de twee minuten
voorbij zijn.
Het oversteken van de grens gaat vlot. We laten één voor
één ons paspoort zien, krijgen een stempel en mogen dan weer terug naar de bus.
We volgen de 55 snelweg ongeveer drie kilometer voor we een stop maken voor het
toilet, waar we voor het eerst op Canadees grondgebied staan. Het staan duurt
niet lang, want de stop was echt alleen bedoeld als toiletstop.
De eerste foto in Canada!
We gaan verder over de 55 snelweg, terwijl de
reisleidster een film aanzet in de bus. Helaas is de film niet helemaal mijn
smaak, dus kijk ik weer naar buiten. We gaan de Magog River over, rijden verder
richting het plaatsje Drummondville en vervolgen dan onze weg over de 20
snelweg. Iets voor vijven zien we de eerste hoge gebouwen van de stad Québec in
de verte. Aan de andere kant van de weg staat een lange file, maar wij kunnen
gewoon doorrijden en zijn rond vijf uur bij het hotel. Dit keer heb ik een
kamer met maar liefst twee tweepersoonsbedden voor mezelf. Wat een luxe!
Waar zal ik vannacht eens gaan slapen?
Ik heb heel veel zin om te gaan zwemmen, want het hotel
heeft een prachtig zwembad, maar ik besluit om eerst iets te gaan eten. Er zit
een winkelcentrumpje vlakbij het hotel met een Salad Shop, een restaurant met
allerlei verschillende salades. In het Frans (Québec hoort immers bij het
Franstalige gedeelte van Canada) bestel ik mijn eten. Hoewel ik bijna twee jaar
in Frankrijk gewoond heb, kan ik nauwelijks volgen wat het meisje achter de
balie me vraagt. Op haar beurt begrijpt zij het Parijse accent dat ik opgepikt
heb in Frankrijk niet. Met wat handen- en voetenwerk komen we er uiteindelijk
toch uit.
Het winkelcentrumpje vlakbij het hotel
Na het eten keer ik terug naar het hotel om te gaan
zwemmen. Zwemmen is eigenlijk een groot woord, want er zijn slechts een paar
kleine badjes. Er is wel gezorgd voor een mooie aankleding met rotsen en
planten. Ook staan er diverse vogelkooien met echte parkieten.
Het zwembad van het hotel
Als ik weer helemaal ben bijgekomen van de lange rit van
vandaag ga ik terug naar mijn kamer. De rit van morgen zal gelukkig een stuk
korter zijn: ongeveer 260 kilometer. De bedoeling is dat we eerst een stadstour
door Québec krijgen en dan naar Montréal vertrekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten