vrijdag 29 mei 2015

Reisverslag Noord-Amerika 2015: dag 5

5 mei 2015: Québec à Montréal

Voor vandaag staat er een redelijk rustige dag op het programma. We zullen eerst een stadstour door Québec krijgen onder leiding van een lokale gids en daarna hoeven we ‘slechts’ zo’n 260 kilometer te rijden naar Montréal.

Omdat het vandaag een korte rit is, hoeven we pas om acht uur te vertrekken. We rijden met de bus naar het centrum van Québec, waar een lokale gids instapt. Onze eigen chauffeur zal wel gewoon rijden.

Onze stadstour begint bij de militaire manege van Québec. Vanaf daar rijden we naar het parlementsgebouw, onze eerste stop. Onze gids vertelt uitgebreid over alle verschillende standbeelden op het gebouw en dat zijn er een heleboel! Zo zijn er standbeelden van de twee nonnen die de eerste school openden in Québec en uiteraard is er een standbeeld van Champlain, de stichter van Québec in 1608. De middelste toren van het gebouw is vernoemd naar de ontdekkingsreiziger Jacques Cartier, die in 1535 als eerste aan land ging in Québec.

Het parlementsgebouw

Als iedereen weer in de bus zit, rijden we verder langs de stadsmuur. We komen bij het Battlefield Park en zien in de verte de oude brug van Québec, die – zo vertelt onze gids – tijdens het bouwen twee keer is ingestort. Tachtig mensen kwamen in totaal om het leven, onder wie veel Indianen.

We maken onze volgende stop bij The Plains of Abraham, waar in 1759 een grote veldslag heeft plaatsgevonden. Nu is daar gelukkig niets meer van te zien en hebben we een prachtig uitzicht over de Saint Lawrence rivier. In de verte kunnen we zelfs de bergen van de Blue Mountains zien, want het is een mooi heldere dag.

Uitzicht over de Saint Lawrence rivier

Nadat onze gids ons verhalen verteld heeft over de winter in Québec, iets waar we ons nu niets bij voor kunnen stellen, gaat de stadstour verder. We komen onder andere langs het standbeeld van Jeanne d’Arc - een cadeau van de Amerikanen - en de Price Tower, de hoogste toren in het oude gedeelte van Québec. Ook rijden we langs een bijzondere boom: tussen de wortels zit een kanonskogel verstopt. Onze gids voorspelt dat de kanonskogel over een aantal jaar niet meer te zien zal zijn.

De kanonskogel tussen de wortels van de boom

Terwijl onze gids doorpraat, probeert onze chauffeur de juiste route te rijden. Hij heeft deze stadstour nog nooit eerder gereden en is afhankelijk van de aanwijzingen van de gids. Die geeft ze echter elke keer pas op het laatste moment door. Als hij de chauffeur ineens opdraagt te stoppen en ook nog een opmerking maakt dat andere chauffeurs gewend zijn om dit gedeelte heel langzaam te rijden, kan onze chauffeur zijn mond niet meer houden. Op uiterst beleefde toon (dit is niet sarcastisch bedoeld!) legt hij uit dat hij deze route voor het eerst rijdt en absoluut niet kan stoppen nu, omdat er een vrachtwagen vlak achter onze bus rijdt. De gids mompelt iets dat op een excuus lijkt en wijst dan een plek iets verderop aan waar de bus veilig kan stoppen.

Als we allemaal uitgestapt zijn, gaat de stadstour lopend verder. We volgen de gids langs een gebouw dat op een kasteel lijkt, maar dat altijd een hotel is geweest. Door een straatje dat me doet denken aan de kunstenaarswijk Montmartre in Parijs neemt de gids ons mee naar een lager gelegen oud gedeelte van de stad, Place de Paris. Hier wil hij graag onze kennis testen door ons te vragen wie ook alweer Québec heeft gesticht en wanneer. Het jaartal heb ik nog onthouden (1608), maar de naam ben ik eigenlijk alweer vergeten. Toch krijg ik de ‘prijs’: een pin van Québec. Bedankt, meneer de gids!

De pin die ik 'won'

Niet lang hierna worden we ‘vrij’ gelaten en mogen we nog een uurtje zelf rondkijken op het Place de Paris. Ik loop wat rond, bekijk een souvenirwinkeltje met typisch Canadese souvenirs (truien met elanden erop en snoepjes gemaakt van de Canadese dunne stroop ‘maple syrup’) en koop een broodje voor onderweg bij een Franse bakkerij. Nadat ik nog even een paar minuten lekker in het zonnetje heb gezeten, meld ik me weer bij de rest van de groep, klaar voor de rit naar Montréal.

Een hoek van het Place de Paris

Het eerste gedeelte van de rit gaat langs dezelfde weg als het laatste deel van de rit gisteren: de 20 snelweg naar Drummondville. Onze eerste en enige stop vandaag vindt plaats bij een zeer bekend hamburgerrestaurant bij het plaatsje Sainte-Hélène-de-Bagot. Aangezien we hier met twee bussen tegelijkertijd stoppen, staat er natuurlijk binnen een paar tellen een enorme rij bij de toiletten, wat mij doet besluiten om eerst even een rondje te lopen over de parkeerplaats. Het is niet het meest interessante rondje dat ik ooit gelopen heb, zeker niet omdat er overal olie op de weg blijkt te liggen, maar het voordeel is dat ik geen tien minuten in de rij hoef te staan!

Een halfuurtje later rijden we verder over de 20 snelweg richting Montréal. Het landschap biedt weinig variatie: het is vlak met hier en daar een riviertje. Langzaamaan komen we steeds dichter in de buurt van Montréal. We rijden langs een grote Ikea winkel en staan dan ineens midden in de file. Gelukkig valt de vertraging mee. We rijden onder twee grote bruggen door, steken dan de Saint Lawrence rivier over en kunnen in de verte het Olympisch Stadion zien met een grote toren ernaast. De kabels van de toren zijn om het dak van het stadion te kunnen openen.

Het Olympisch Stadion van Montréal

We komen vervolgens langs het achtbanenpark La Ronde op het Île Sainte-Hélène, gebouwd voor Expo 67, de wereldtentoonstelling van 1967. Vrij snel daarna maken we een korte fotostop, zodat we de skyline van Montréal mooi op de foto kunnen zetten.

De skyline van Montréal

Als we weer verder gaan, komen we langs de Biosphere, een museum over het milieu. De bol doet mij echter denken aan de bekende bol van het Disneypark Epcot en ook aan het kunstwerk RISE bij Belfast dat ik vorig jaar gezien heb (zie mijn Reisverslag Belfast 2014, dag 3).

De Biosphere

Langs de weg richting het casino van Montréal rijden we de stad in. We passeren het congresgebouw met opvallend gekleurde ramen en stoppen uiteindelijk bij het Hotel de Ville. Wij krijgen de tijd om even rond te kijken, terwijl onze koffers vast naar het hotel gebracht worden en onze reisleidster de sleutels ophaalt.

Het Hotel de Ville

Ik loop vanaf het Hotel de Ville naar de Nôtre Dame en kijk even rond. Ook loop ik over het plein Place Jacques Cartier, een gezellig pleintje met winkeltjes en kraampjes. Vervolgens is het wachten op de bus, die wat vertraagd is door de verkeersdrukte in de stad. Ik vind het niet erg, want het is vandaag opnieuw heerlijk weer.

Place Jacques Cartier

Uiteindelijk worden we dan toch opgehaald en naar het hotel gebracht. Onze koffers blijken nog in de hal te staan, want het hotel van zeven verdiepingen heeft maar één lift… Helaas moet ik wel op die ene lift wachten, want mijn kamer is op de zevende verdieping. Zeven verdiepingen trap lopen met een koffer gaat me net iets te ver!

Nadat ik met moeite mijn kamerdeur open heb gekregen (de kamersleutel had geen zin om mee te werken) en de airco snel aan heb gezet (de zon schijnt volop de kamer in), neem ik de trap naar beneden en loop ik naar Rue Sainte-Catherine, een straat vlakbij het hotel. Het is een lange straat met winkels en restaurants, maar ook met opvallende figuren en bedelaars.

Rue Sainte-Catherine

Halverwege de straat staat een bandje muziek te spelen die mij doet denken aan de soundtrack van de film Chocolat. Vlakbij is een terrasje, dus ik blijf even luisteren. 

Het bandje dat gewoon lekker op straat speelde

Als er steeds meer opvallende figuren rond lijken te lopen, besluit ik toch maar terug te gaan naar mijn kamer. Deze keer wacht ik echter niet op de lift: ik neem heel sportief de trap. Een flinke klim, maar aangezien we morgen een lange rit hebben (750 kilometer) en dus lang in de bus zullen zitten, vind ik het niet heel erg.
Morgen zullen we eerst de hoofdstad van Canada, Ottawa, bezoeken en vervolgens doorrijden naar Toronto.

Tot morgen!

Lees verder: Dag 6 (Montréal --> Toronto)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten