Gisteren hebben we een lange
dag gehad met hitte, onweer, file en Boone Hall Plantation. Ook vandaag staat
er weer een heleboel op het programma tijdens onze rit naar Savannah.
We staan rond zeven uur op,
douchen, kleden ons aan en ontbijten op de kamer. Daarna is het koffers
inpakken, de auto inladen, uitchecken en op weg! Buiten gaat de temperatuur
alweer richting de dertig graden, dus we zijn blij dat we airco in de auto
hebben.
Lang kunnen we niet van de
airco genieten, want onze eerste stop is niet ver rijden. Via een kennis op
Facebook kregen we de tip om Angel Oak te bezoeken: een grote, oude boom. We
vinden het heel bijzonder om te zien, zeker door het zonlicht dat tussen de
vele, lange takken doorschijnt. De langste tak is maar liefst rond de negentig
meter en er wordt geschat dat de boom tussen de vierhonderd en vijfhonderd jaar
oud is.
De prachtige Angel Oak
Nadat we rondgekeken hebben
bij de boom en foto’s hebben gemaakt, vervolgen we onze weg. We rijden naar
Beaufort en uiteindelijk naar Saint Helena Island. Dit eiland staat bekend om
de Gullah cultuur. Vroeger woonden er veel slaven op het eiland. Ze kwamen uit
verschillende landen, spraken verschillende talen en hadden verschillende
gewoontes. Uit al die verschillende culturen is uiteindelijk de Gullah cultuur
ontstaan: een soort mengelmoes van verschillende talen en gewoontes.
Gullah restaurant dat te zien was in 3 op Reis
In het televisieprogramma 3 op
Reis hadden we een Gullah kerk gezien, waar we graag een vredeskaars willen
brengen. We zoeken en zoeken, maar kunnen de kerk helaas niet vinden. Bij Penn
School, een cultureel en educatief centrum over de Afro-Amerikaanse
geschiedenis, geven we ten slotte de kaars af. We hadden graag langer bij het
centrum willen blijven, maar we hebben nog een boottocht op het programma staan
waar we op tijd moeten zijn.
Zo snel als wettelijk is
toegestaan rijden we van Saint Helena Island naar Hilton Head Island. We
parkeren de auto en haasten ons naar de steiger waar de boot zal gaan
vertrekken. Gelukkig zijn we nog op tijd. We stappen in een grote boot, maar
als blijkt dat we met niet heel veel mensen zijn, stappen we over in een
kleinere boot: de SS Pelican.
Landschap bij de haven
We vertrekken uit de haven en
varen eerst een stukje naar rechts, waar kort geleden dolfijnen te zien waren.
Nu zijn ze echter nergens te bekennen. We keren en varen de andere kant op.
Daar hebben we meer gelukkig: twee dolfijnen laten zich af en toe aan de
rondvarende boten zien.
Speelse dolfijn bij de boten
Als we allemaal foto’s gemaakt
hebben, varen we verder. We zien onderweg veel vogels en ook veel oesters. Alle
zijkanten van het water zijn ermee bezaaid, want oesters kunnen hier goed
leven. De lichte delen die we zien, zijn oude oesterschelpen die zijn blijven
liggen.
Nog een dolfijn, met op de achtergrond de oesters
Langs grote huizen varen we
verder. Een bijzonder groot huis heeft nog een groot huis ernaast in dezelfde
bouwstijl. Dat huis, zo vertelt de kapitein, was een cadeau van de huiseigenaar
voor zijn twaalfjarige kleindochter…
Het 'echte' huis (rechts) en het cadeautje (links)...
We varen verder onder een brug
door en keren uiteindelijk om. De zon is nu meer achter ons, wat betekent dat
ik wat meer schaduw krijg. Op het water varen is heerlijk, maar de brandende
zon en hoge temperatuur maken het wat minder aangenaam.
Al snel zijn we weer terug bij
de haven en is de boottocht van anderhalf uur al ten einde. We lopen over de
steiger en zien ineens vlakbij een dolfijn opduiken. Het is een speels dier:
hij blijft vlakbij de steiger omhoog komen en laat zich rustig fotograferen.
Deze dolfijn verscheen in de haven
Uiteindelijk zien we de
dolfijn niet meer en besluiten we terug te gaan richting de auto. We maken nog
wel wat omgevingsfoto’s, want het landschap is hier heel anders dan we tot nu
toe gezien hebben.
Het bijzondere landschap hier
Bij de auto drinken we eerst
even flink wat water om weer een beetje bij te komen van de warme boottocht.
Dan beginnen we aan de rit naar het hotel in Savannah. Voor de verandering
rijden we niet over de snelweg, maar over meer secundaire wegen. Onderweg zien
we veel Spaanse eiken en af en toe een dorpje.
Vlak voor een grote brug die
naar Savannah leidt, steken we de staatsgrens over. Een klein bord vertelt ons
dat we nu in de staat Georgia zijn, de laatste staat die we bezoeken voor we
terug naar Florida keren.
Welkom in Georgia!
We rijden de brug over en
komen in Savannah, wat een nog best grote stad blijkt te zijn. Het hotel is
makkelijk te vinden. We checken in en krijgen dan de onaangename verrassing van
21 dollar parkeerkosten voor één nachtje. Die hadden we niet aan zien komen…
Onze kamer is vlakbij de
receptie, want om één of andere reden krijgen we een kamer voor gehandicapten
toegewezen. We pakken een beetje uit en komen tot de conclusie dat het hotel
helaas geen zwembad heeft om af te koelen. We besluiten daarom op zoek te gaan
naar een ijswinkel. Het wordt uiteindelijk de McDonald’s, waar ze gerechten
aanbieden uit verschillende landen. Zo blijken ze een echte ‘stroopwafel
McFlurry’ te hebben. Het duurt even voor we hem krijgen, maar dan kunnen we
toch echt stroopwafels eten in de Verenigde Staten.
De Stroopwafel McFlurry
Met onze ijsjes lopen we wat
rond door het stadscentrum. Savannah blijkt een best gezellig centrum te
hebben, maar de hitte zorgt ervoor dat we er niet echt van kunnen genieten. Bij
een soort countrybar eten we iets en komen we weer op temperatuur. Als we het
restaurantje verlaten, begint het te regenen, wat we niet eens zo erg vinden.
Via de straat langs de rivier
lopen we terug naar het hotel. Op de kamer bestuderen we de route voor morgen:
dan gaan we weer terug naar Florida en zullen we overnachten in de oude Spaanse
stad St. Augustine.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten