Gisteren zijn we van de
muzikale stad Memphis naar een andere muzikale stad gereden: Nashville. Vandaag
laten we de steden wat meer achter ons, aangezien we het nationale park de
Great Smoky Mountains zullen bezoeken.
Zoals gebruikelijk staan we
vroeg op, douchen we en kleden we ons aan. Het ontbijt is vandaag weer
inbegrepen, dus gaan we naar beneden. Het is een iets simpeler ontbijt dan de
andere dagen, doordat er minder keuze is, maar nog steeds prima.
Na het ontbijt pakken we onze
spullen in, checken we uit en beginnen we aan de rit van vandaag. De eerste
stop duurt niet lang: de gitaarfabriek van Gibson blijkt in Nashville te zitten
en omdat mijn man een grote gitaarfan is, wil hij hier even kijken. Helaas is
er weinig te zien, want overal hangen briefjes dat de fabriek alleen
toegankelijk is voor geautoriseerd personeel.
De Gibson gitaarfabriek
We maken een paar foto’s en
vervolgen dan onze rit. We verlaten Nashville, tanken nog even en beginnen dan
aan de bergen. Onderweg krijgen we zo’n flinke regenbui op ons dak dat we een
paar minuten besluiten te stoppen. Als de regen iets minder is geworden, rijden
we verder. Het weer slaat meteen om: het is ineens weer droog en zonnig.
Opvallende natuur onderweg
Vlak voor de Great Smoky
Mountains rijden we door het dorpje Pigeon Forge. Dit heb ik in 2015 ook
bezocht. Het is een toeristisch dorp met attracties als Dollywood (het
attractiepark van Dolly Parton), omgekeerde huizen en een Titanic museum.
Het Titanic museum
Als we Pigeon Forge uit zijn,
zien we meer de echte natuur. We volgen de weg naar het Visitor Center van de
Great Smoky Mountains. Omdat er een doorgaande weg dwars door het park
aangelegd is, kennen de Great Smoky Mountains geen toegangsprijs. Dit
compenseren ze door voor de plattegronden, die normaal gesproken gratis zijn,
een klein bedrag te vragen. Wat we mooi vinden, is dat er bij de plattegronden
gewoon een doosje staat om het geld in te doen, dit hoeft niet bij de kassa.
Overduidelijk hebben de nationale parken zo’n status dat iedereen ook gewoon
echt betaalt.
We doen een iets langere stop
bij het Visitor Center, zodat we nog iets kunnen eten. Ondertussen houden we de
lucht in de gaten, die er zeer dreigend uitziet. Ook horen we gerommel. We zien
één flinke flits, maar verder blijft het bij gerommel. We besluiten toch te
gaan rijden. Zodra we drie meter gereden hebben, begint het flink te regenen.
In een zeer rustig tempo rijden we over de weg. Uitzicht hebben we niet echt,
daarvoor regent het te hard.
Iets hoger op de berg is er
een stopplaats langs de weg. Vanuit de auto maken we een paar foto’s, al is het
uitzicht niet echt spectaculair.
Regen bij de eerste stop
We rijden verder en merken dat
het langzaamaan droger wordt. Bij een volgende stop, hoger op de berg, kunnen
we zelfs uitstappen voor foto’s. Nu zien we goed waarom de bergen de naam Great
Smoky Mountains gekregen hebben: door
de regen zijn er wolken ontstaan, die nu prachtig tussen de bergen blijven
hangen.
De Great Smoky Mountains
Nog steeds in een rustig tempo
rijden we verder naar de top van de berg. Hier is een grote parkeerplaats. Ook
staat er het grensbord van de staten Tennessee en North Carolina. Inmiddels
schijnt de zon weer volop en lijkt het net alsof het nooit geregend heeft.
Op de grens van Tennessee en North Carolina
We besluiten een stukje te
lopen en volgen een onregelmatig stijgend pad tussen de bomen door. Onderweg
zien we bomen, struiken, bomen, plantjes en bomen. Een echt mooi uitzicht
hebben we dus niet, maar het is wel fijn om even in beweging te zijn.
Even een stukje wandelen!
Na ongeveer twintig minuten
gelopen te hebben, keren we weer om, want er verandert weinig in het landschap.
We lopen terug naar het begin van het pad en zien dan tussen de bomen nog een
paar grote kalkoenen.
Een van de kalkoenen die we zagen
Op de parkeerplaats maken we
nog wat foto’s van onze reisknuffels. Een Aziatische vrouw vindt dit blijkbaar
ook leuk, want ze zet onze knuffels ook op de foto.
Twee van onze reisknuffels
Als alle knuffels weer in de
auto zijn, rijden we naar beneden. Vlak voor het Oconaluftee Visitor Center
staat er ineens een enorm grote elk in de berm. We stoppen iets verderop, zodat
we het dier vanaf een gepaste afstand kunnen fotograferen. Het beest staat
rustig te grazen, maar steekt dan over. Hierbij gaat hij vlak voor een grote
auto langs en zien we pas goed hoe groot hij is: zijn gewei komt boven de auto
uit.
De elk langs de kant van de weg
We rijden door naar het
Visitor Center, waar we nog even stoppen. Dan gaan we het park uit en komen we
in het dorpje Cherokee. Hier ben ik in 2015 ook geweest. Toen vond ik in een
winkel magneetjes van de staten van Amerika. Na lang zoeken weten we het
winkeltje te vinden en kunnen we onze verzameling aanvullen met de staat South
Carolina, waar we geen van tweeën eerder geweest zijn.
Met de magneet op zak leggen
we het laatste stukje van de route naar onze eindbestemming Asheville af. Ons
hotel is redelijk makkelijk te vinden, maar het spreekt ons niet meteen aan.
Het heeft een heel onverzorgd uiterlijk en als we uiteindelijk de trap naar
onze kamer op de eerste verdieping hebben gevonden, stinkt het portaal
verschrikkelijk. De kamer valt gelukkig mee: die is vrij netjes. De handdoeken
hebben wel wat gaatjes en de matras is in plastic ingepakt, maar verder zien we
weinig gekke dingen.
Na even overlegd te hebben,
besluiten we dat we naar het Mexicaanse restaurant willen dat volgens Google
Maps vlakbij is. Google heeft niet gelogen, maar het restaurant ligt wel aan de
overkant van de weg en er is geen zebrapad of voetgangerslicht. Een flinke
sprint later zijn we veilig aan de overkant.
Bij het Mexicaanse restaurant
krijgen we een tafel toegewezen en een menukaart. De maaltijden met vlees
lijken prima in orde, maar mijn vegetarische maaltijd is niet echt om over naar
huis te schrijven: het zijn twee wraps die alleen gevuld zijn met gesmolten
kaas en één wrap is gevuld met bonenprut. Het vult enigszins, maar daar is ook
wel alles mee gezegd.
We lopen na het eten nog een
klein stukje voor we terug sprinten naar de kant van de weg waar ons hotel is.
Met onze neus dicht gaan we snel het trappenportaal door en dan zijn we veilig
op onze kamer. Daar wassen we nog een paar kledingstukken en bekijken we
uiteraard de route voor morgen. We besluiten nog een stukje natuur mee te pakken
door de Blue Ridge Parkway een paar kilometer te rijden en daarna is het op
naar de volgende stad: Charleston.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten