Woensdag 27 december 2017
Omdat de zonvakantie naar
Gambia twee jaar geleden zo goed is bevallen, hebben we besloten om dit jaar
opnieuw in de kerstvakantie de warmte op te zoeken. Deze keer kiezen we voor
een verblijf in het buurland van Gambia, namelijk Senegal.
Onze vakantie begint deze keer
heel anders dan anders: we moeten ’s ochtends namelijk eerst naar de makelaar
om te tekenen voor het huis dat we gekocht hebben. Het vraagt wel even wat
omschakeling om van het kopen van een huis naar je vakantie te gaan, maar we
hebben allebei het idee dat we wel in de vakantiestemming zullen komen als we
eenmaal in de Senegalese zon liggen!
Zo ver is het echter nog niet,
we moeten eerst nog een stukje vliegen. We gaan met de trein naar Schiphol,
zijn ruim op tijd en kunnen al meteen inchecken. Na het afgeven van de koffers
gaan we door de controle, die ook erg vlot gaat. Hierdoor hebben we nog aardig
wat tijd voor we aan boord van ons vliegtuig moeten. We lopen rond door de
vertrekhal, kopen nog een flesje drinken en gaan uiteindelijk naar gate D22,
waar ons vliegtuig klaar staat om te vertrekken. We mogen er nog niet in: pas
na drie uur (ons vliegtuig vertrekt 15.35) mogen de eerste mensen aan boord.
Wij zitten voorin het vliegtuig, dus pas rond kwart over drie gaan we naar de
rij om in te stappen.
Ons vliegtuig staat klaar voor vertrek (foto gemaakt met telefoon)
In het vliegtuig blijkt dat we
geluk hebben: de derde stoel naast ons is vrij, zodat we extra ruimte hebben.
Hier zetten we onze reisknuffels neer – de knuffels die altijd met ons mee op
vakantie gaan en af en toe op bijzondere plaatsen op de foto mogen. Ze trekken
vrij snel de aandacht van de hoofdstewardess, die met ons aan de praat raakt.
Als ze hoort dat we een huis hebben gekocht, vindt ze dat we ook maar meteen
moeten trouwen. Later krijgen we nog een roze chocolaatje in de vorm van een
hartje van haar en bij het van boord gaan, wenst ze ‘mensen die misschien een
huwelijksaanzoek gaan doen’ nog veel succes.
Een van de reisknuffels op de foto
De vlucht zelf verloopt verder
prima: we zijn snel Nederland uit, vliegen richting Antwerpen en gaan
uiteindelijk via Frankrijk, de Golf van Biskaje en Portugal naar Marokko.
Onderweg krijgen we een maaltijd en nog een snack. Een keer hebben we even
turbulentie, maar de piloot legt dit heel goed uit, waardoor er eigenlijk geen
paniek is. Ook vertelt hij veel over de landen waar we overheen vliegen, bijvoorbeeld
dat Mauritanië een scheepskerkhof heeft.
Zonsondergang vanuit het vliegtuig
Rond tien voor negen
(plaatselijke tijd) landen we op het nieuwe vliegveld van Dakar, dat pas open
is sinds 7 december. We taxiën naar de gate en mogen snel van boord. De
paspoortcontrole verloopt niet heel vlot: de douanecontroleurs lijken een
beetje verrast door de komst van ons vliegtuig en hebben geen haast om nieuwe
poortjes te openen. Als we uiteindelijk door de controle heen zijn, liggen de
koffers dan ook al op de band. We nemen ze mee naar de aankomsthal, waar we
opgevangen worden door iemand van de reisorganisatie. Ze dirigeert ons naar een
klein busje, dat ons naar het hotel zal brengen.
Met een omweg naar het nieuwe vliegveld van Dakar. Net onder het punt waar de druppelvorm begint en eindigt, verblijven we: in het plaatsje Somone
Het duurt even voor het busje
vertrekt, omdat er passagiers lijken te ontbreken. Intussen kunnen we al een
beetje van het Senegalese weer genieten, want ook ’s avonds is de temperatuur
nog prima. Op de parkeerplaats zien we alweer taferelen die we nog ook Gambia
kennen: gewoon maar gas geven en gaan, zonder te kijken waar je heen rijdt met
de auto. Een botsing kan nog net voorkomen worden, maar het scheelde niet veel.
Nadat onze koffers op het dak
gehesen zijn, vertrekken we richting het hotel. Het is zo’n vijfenveertig
minuten rijden over de hobbelige geasfalteerde weg. Langs de weg ligt zand en stof,
meer is het niet. Het landschap is wat savanne-achtig met hoog, dor gras en af
en toe wat bomen. Ook zien we regelmatig gebouwen die niet afgebouwd zijn. De
dorpjes waar we doorheen rijden, zijn armoedig: geen ramen of deuren en
golfplaten als dak.
Na zo’n drie kwartier over de
weg gehobbeld te hebben, zijn we bij ons hotel. Het ziet er prima uit en de
incheck gaat vlot. We krijgen kamer 501 aan de voorkant van het hotel. De kamer
is niet heel bijzonder: er staat een bed met twee nachtkastjes ernaast en er is
een badkamer met toilet en douche. Wel hebben we een koelkastje. Voor de
zekerheid hangen we de klamboe boven het bed, hoewel we niet echt muggen gezien
hebben.
De kamer met de klamboe boven het bed (foto gemaakt met telefoon)
Omdat we graag nog even rond
willen kijken, gaan we het hotel verkennen. Aan de andere kant zijn nog meer
kamers, deze kijken uit op de zee. Er zijn drie zwembaden: een diep bad met een
klein, rond badje ernaast en een peuterbadje naast het restaurant. Achter het
diepe bad is de bar, waar we een drankje nemen. We hebben nog wat trek, dus vragen
we of er iets te eten is. Wat we krijgen, is een bakje met pinda’s en een soort
mengsel van wortels en olijven in een zure saus. Het smaakt wel oké en het
stilt onze trek.
Als we onze drankjes op
hebben, gaan we terug naar de kamer. Het is een lange, bijzondere dag geweest,
maar morgen begint onze vakantie echt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten