9 mei 2015: York à Washington D.C.
Na de lange dag van gisteren zullen we het vandaag iets
rustiger aandoen: we hoeven ‘maar’ 210 kilometer te rijden en we zullen de dag
beginnen met een bezoek aan het gebied waar de Amish wonen.
Maar eerst mogen we lekker uitslapen, want we hoeven pas
om kwart over acht te vertrekken! Dit ben ik duidelijk niet meer gewend, want
ik ben een paar keer vroeg wakker met het idee dat ik op moet staan.
Uiteindelijk is het dan echt tijd om op te staan. Ik pak
mijn koffer weer in en ontbijt in het restaurant van het hotel. Ik heb alles
behalve de koudste plaats in het restaurant, want ik krijg een tafel toegewezen
naast de open haard…
Nadat iedereen ontbeten heeft en alle koffers weer in de
bus staan, vertrekken we rond tien voor half negen naar het gebied waar de
Amish wonen. De Amish zijn gelovige mensen die hun eigen leefstijl hebben. Ze
houden zich aan wat in hun Bijbel staat (een oude Duitse versie uit de tijd van
Maarten Luther die niet aangepast mag worden) en geloven dat wat erin staat
heilig is. Hun leven is simpel: ze werken op het land zonder moderne technieken
en gebruiken paard en wagen als vervoermiddel. Ook zijn ze een erg hechte
gemeenschap: bij problemen helpen ze elkaar zonder hulp te vragen aan de
buitenwereld. Zo accepteren ze bijvoorbeeld ook geen geld van de staat als
hulpmiddel.
Het gebied waar wij naartoe rijden vanochtend is het
gebied waar de Amish echt wonen. Omdat ze er niet van houden om op de foto
gezet te worden, zullen wij een nagebouwd dorpje bezoeken waar we meer zullen
horen over de leefwijze van de Amish. Het dorpje ligt in de buurt van Lancaster
en we rijden erheen over de 30 snelweg, waarbij we nog één keer de Susquehanna
rivier oversteken: de rivier die we gisteren uitgebreid gezien hebben toen we
in de file stonden.
Nog één keer over de Susquehanna rivier
Rond kwart over negen zijn we bij The Amish Village, het
nagebouwde dorpje. Omdat we nog te vroeg zijn voor onze rondleiding door het
huis kunnen we buiten rondkijken en al snel zien we het eerste paardenkarretje
voorbij komen.
Een paardenkarretje van de Amish
Om half tien mogen we het huis in. Alsof we weer op
school zitten, nemen we plaats op lange houten banken. Een al wat oudere vrouw
begint met de uitleg over waar we zijn. Ze vertelt eerst iets over zichzelf: ze
hoorde vroeger bij de Amish, maar tijdens haar tienerjaren is ze overgestapt
naar de Mennonites (Mennonieten) – een zelfde soort gemeenschap als de Amish,
maar dan minder streng.
Na de uitleg leidt ze ons rond door het huis. We beginnen
in de keuken en woonkamer: een ruimte die simpel ingericht is met alleen de
dingen die de Amish echt nodig hebben. Het huis is nu alleen bedoeld voor
bezoekers, maar vroeger woonden hier echt Amish mensen die in de keuken jam
maakten en kookten op het (in onze ogen) ouderwetse fornuis.
Op dit soort fornuizen koken de Amish
We krijgen ook meer te horen over de kleding die de Amish
dragen. Alle kleding wordt zelf gemaakt en is simpel, zonder frutsels en
franje, zonder opvallende patronen en kleuren. De mannen dragen een zwart of
donker pak zonder zakken en de broek heeft geen rits. Voor de kerk hebben ze
een wit overhemd en een zwart strikje. De jassen die ze dragen hebben geen
kraag of knopen, want dit associëren de Amish met het leger (de Amish zijn
pacifisten). Alle mannen en jongens dragen buiten een hoed: een strooien hoed voor
de zomer en een zwarte hoed in de winter.
Schoenen die de mannen dragen en de zwarte hoeden voor de winter
De vrouwen en meisjes dragen jurken die gemaakt zijn
volgens hetzelfde patroon. Als kleuren zijn zwart, blauw, donkerrood, groen,
bruin of paars toegestaan. Verder dragen de vrouwen een schort waaraan te zien
is of ze getrouwd zijn of niet: getrouwde vrouwen dragen een zwart schort,
niet-getrouwde vrouwen een wit. Daarnaast dragen ze een kapje over hun haar,
want volgens de Bijbel mogen vrouwen niet bidden met een onbedekt hoofd. Het
haar zit overigens ook elke dag hetzelfde: een middenscheiding met het haar strak
naar achteren gedraaid in een knotje.
Alle vrouwen hebben vier jurken: eentje om te dragen voor
het werk, eentje om ‘gewoon’ te dragen, eentje voor de bijzondere gelegenheden
als het kerkbezoek en nog eentje als reserve.
Jurken die de vrouwen dragen
We lopen verder door het huis en krijgen de slaapkamers
te zien met, in onze ogen, vrij oncomfortabele bedden. In plaats van een
lattenbodem of iets dergelijks hebben ze namelijk een geknoopte bodem, waardoor
het bed een beetje op een hangmat lijkt met een houten rand erom heen. Op alle
bedden ligt een zelfde soort sprei, die uiteraard zelf gemaakt is door de
Amish. Wat ons opvalt, is dat er wel op de sprei een kaartje ligt met de prijs
voor eventuele geïnteresseerde kopers…
Een zelfgemaakte sprei... met prijskaartje...
Als we ook de ruimte hebben gezien waar groente ingemaakt
wordt, mogen we zelf door het dorpje lopen. Hier zijn gebouwen nagebouwd die
ook terug te vinden zijn in een echt Amish dorp, zoals een overdekte brug en
een boerderij.
The Amish Village - het nagebouwde dorp
Onder de nagebouwde gebouwen is ook het schoolgebouw. De
kinderen werden vroeger thuis onderwezen, maar tegenwoordig gaan ze naar een schoolgebouw
met meestal één lokaal en soms twee. Ze gaan naar school tot en met wat wij de
tweede klas van de middelbare school noemen en krijgen les in rekenen en
Engels, waar lezen, spelling, grammatica en schrijven bij hoort. Op de meeste
scholen wordt ook een klein beetje aardrijkskunde, geschiedenis,
gezondheidsleer en kunst gegeven. Meestal worden de lessen gegeven door een
jonge vrouw die zelf ook maar les heeft gehad tot en met de tweede klas. Na dat
schooljaar worden de kinderen namelijk opgeleid om te helpen op de boerderij of
in het huishouden.
Het schoolgebouw waar Amish kinderen les krijgen
Terwijl we rondlopen door het dorp krijgen we steeds meer
door dat de echte Amish misschien niet van toeristen houden, maar dat dit
nagebouwde dorpje des te meer op hen gericht is. Zo zijn er meerdere
souvenirwinkels waar de meest uiteenlopende producten verkocht worden: van
boeken over de Amish tot katoenen cadeauzakjes en van zelfgemaakte poppen tot
zeepjes.
Een van de souvenirwinkeltjes
Als we uit gewinkeld en uitgekeken zijn, hebben we nog
even tijd voor we verder gaan. De meesten van onze groep staan inmiddels weer
bij de weg om te kijken naar de paardenkarretjes tussen al het gewone verkeer.
De Amish tussen het moderne verkeer
Uiteindelijk rijden we door naar Kitchen Kettle Village,
een klein winkelgebied met winkels waar producten verkocht worden die met de
Amish te maken hebben. Zo is er bijvoorbeeld een winkel waar zelfgemaakte jam
verkocht wordt en ook een kerstwinkel met zelfgemaakte kerstversieringen. Wat
mij dan weer tegenvalt, is dat er ook spullen van de populaire Disneyfilm
Frozen verkocht worden…
De jamwinkel in Kitchen Kettle Village
We krijgen ruim de tijd om rond te kijken in Kitchen
Kettle Village, misschien zelfs te ruim, geeft onze reisleidster toe als ze ons
tegenkomt. Omdat ze echter niet iedereen meer kan vinden, besluit ze om toch
pas op de afgesproken tijd naar de bus terug te gaan. Ik ben echter wel klaar
met winkels kijken en ga lekker op een bankje zitten. Aan de overkant van de
weg zie ik diverse keren paardenkarretjes wegrijden of parkeren, want de Amish
doen hier zelf ook boodschappen. Een Amish vrouw valt me op als ze uitstapt uit
het karretje op blote voeten en haar teenslippers aan trekt. Het zijn echter
niet de slippers die me opvallen, maar de dure merktas die ze als handtas aan
haar arm heeft hangen…
Alsof je terug in de tijd bent gegaan: een geparkeerd paardenkarretje bij de winkel
Om één uur laten we Kitchen Kettle Village en het Amish
gebied achter ons en vertrekken we richting Washington D.C. We rijden terug
over de 30 snelweg en slaan dan af naar de 83, die ons de grens overbrengt van
Pennsylvania naar Maryland. Verder naar het zuiden, in de buurt van de stad
Baltimore, komen we in een gebied waar duidelijk Ierse invloed is: zo zijn er
de plaatsen Dundalk (onderweg van Belfast naar Dublin kom je langs de plaats
Dundalk, waar de leden van de muziekgroep The Corrs zijn geboren) en Lansdowne
(in Dublin heb je het Lansdowne Road stadion) en rijden we een stukje over
Belfast Road met een afslag naar Falls Road. Voor degenen die mijn reisverslag
Belfast 2014 gemist hebben: Falls Road is een bekende straat in Belfast vanwege
de muurschilderingen, maar vooral vanwege de problemen tussen de katholieken en
protestanten.
Rond tien over drie maken we even een korte stop bij het
I-95 South Welcome Center in de buurt van Savage. Hier krijgen we van onze
reisleidster alvast een plattegrondje van de stad Washington. Ook kunnen we
uiteraard even onze benen strekken. Om half vier rijden we weer verder en
slechts een halfuur later komen we echt bij de stad Washington D.C. We rijden
meteen door naar het hotel, waar blijkt dat de bus op dit moment niet kan
parkeren, aangezien het te druk is bij de ingang. We stappen uit en volgen onze
reisleidster lopend naar de lobby, waar we onze kamersleutels krijgen.
Het hotel is niet alleen erg groot, het is ook erg
verwarrend, want er staat niet duidelijk aangeven waar de kamers zijn. Na een
paar keer navraag gedaan te hebben, vind ik uiteindelijk mijn kamer op de
eerste verdieping. Ik wacht ongeduldig op mijn koffer, die naar de kamer
gebracht zal worden, want om zes uur moet ik weer weg: ik ga namelijk mee met
de avondexcursie – een avondrondrit door de stad.
Als mijn koffer uiteindelijk gebracht wordt, fris ik me
snel op en meld ik me nog op tijd in de lobby van het hotel. We maken kennis
met de gids die ons vanavond zal begeleiden en die overmorgen met een deel van
de groep terug naar New York zal gaan. Vanavond hebben we ook een andere
chauffeur, die duidelijk graag het tempo erin houdt en niets heeft met
vertraging.
Voor we de rondrit door de stad zullen gaan doen, dineren
we eerst in het restaurant van een ander hotel. Het voorgerecht smaakt prima,
mijn vegetarisch hoofdgerecht is minder goed. Het dessert ziet er weer goed uit
en smaakt ook wel, alleen blijkt de cake redelijk droog… Daar kunnen we echter
nog wel mee leven, maar niet met de service: het personeel heeft meer dan haast
en geeft ons nauwelijks de tijd rustig te eten. Een van de mensen met wie ik
aan tafel zit, heeft nog maar net zijn vork neergelegd en is nog bezig zijn
laatste hap door te slikken of zijn bord wordt al weggehaald en vervangen door
het dessertbordje. Zo gaat het eigenlijk bij iedereen en na afloop maken we er
enkele opmerkingen over bij onze reisleidster. Zij is het met ons eens en zal
het zeker doorgeven.
Om kwart voor acht beginnen we aan de rondrit. Het begint
inmiddels al te schemeren, wat mooie foto’s van de National Mall met Washington
Monument overlevert (de National Mall is de ‘straat’ die loopt van het Capitool
tot aan Washington Monument).
Washington Monument in de schemering
Onze eerste stop is bij het Capitool. Helaas voor ons
staat de koepel helemaal in de steigers. Hoewel het al laat is én weekend wordt
er toch nog steeds gewerkt op de steigers. Duidelijk is het de bedoeling het
gebouw waar de Amerikaanse senaat en het Huis van Afgevaardigden zetelen zo
snel mogelijk weer van de steigers te verlossen.
Het Capitool in de steigers
Na het Capitool rijden we verder naar het monument ter
herinnering van de Tweede Wereldoorlog. Dit is ook gelegen op de National Mall,
maar het ligt lager, omdat mensen – toen de bouw ervan aangekondigd werd – bang
waren dat het uitzicht bedorven zou worden. Bij het bouwen is ook rekening
gehouden met veteranen in een rolstoel, want het hele monument is toegankelijk
voor rolstoelen.
Het Tweede Wereldoorlog monument
Het monument bestaat uit een fontein met daaromheen
stenen palen met daarop de namen van alle Amerikaanse staten. Dit zijn niet
alleen de vijftig staten van de VS, maar ook landen die onder het bestuur van
de VS vallen, zoals de Virgin Islands en Guam.
Elke staat heeft een eigen paal met naam en krans
Wat ook onderdeel uitmaakt van het monument is de muur
met de gouden sterren. Elke ster staat voor honderd gevallen soldaten tijdens
de oorlog. In totaal zijn er vierduizend sterren…
4000 gouden sterren, elke ster staat voor 100 gevallen soldaten...
Bij het monument staan nu een aantal kransen opgesteld om
te herdenken dat het precies zeventig jaar geleden is dat de oorlog eindigde.
Onder de kransen is ook een krans van de Nederlandse ambassade.
De krans namens Nederland
Nadat we uitgebreid rondgekeken hebben bij het
indrukwekkende monument is het tijd om terug te gaan naar de bus. In de verte
zien we nog het Jefferson Memorial, het monument ter nagedachtenis aan Thomas
Jefferson, de derde president van de Verenigde Staten.
Jefferson Memorial
We rijden terug naar het hotel, waar ik nog heel even
rondkijk voor ik naar mijn kamer ga. Morgen hoeven we geen koffers in te
pakken, want we krijgen een hele dag de tijd om Washington te verkennen. ’s
Ochtends zal dit gebeuren door middel van een rondrit door de stad, ’s middags zijn
we helemaal vrij om te doen wat we willen.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten