12 mei 2015:
Roanoke à Asheville
Volgens ons informatieboekje zal vandaag één van de
mooiste ritten worden, omdat we dwars door de bergen gaan rijden. Het is in
ieder geval niet de langste rit, want in totaal leggen we vandaag ‘maar’ bijna
vierhonderd kilometer af.
Net als gisteren zullen we vandaag om acht uur
vertrekken, dus ik kan ’s ochtends rustig aan doen. Het weer lijkt vandaag
gelukkig ook beter dan gisteren: het zonnetje schijnt al, hoewel het ’s nachts nog
flink geregend heeft.
Na een ontbijt op mijn kamer meld ik me op tijd bij de
bus en zoek ik mijn vaste plekje weer op. Onze buschauffeur heeft duidelijk zin
om weer te gaan rijden, want al iets voor acht uur vertrekken we bij het hotel.
We rijden als eerste naar de Blue Ridge Parkway, een weg
die dwars door de Blue Ridge Mountains loopt. De bergen worden ‘blue’ (blauw)
genoemd, omdat ze in de winter – als er sneeuw ligt – een blauwe gloed lijken
te hebben. Wij kunnen hier helaas niets van zien, omdat er met de warme
temperaturen van deze maand geen sneeuw meer ligt. Bovendien is het erg bewolkt
en kunnen we in de bergen regen zien vallen.
Uitzicht op de Blue Ridge Mountains vanuit de bus
Door het slechte weer valt de rit over de Blue Ridge
Parkway een beetje tegen. Ik vind het dan ook niet heel erg als we weer over de
snelweg gaan rijden. We passeren het plaatsje Wytheville en stoppen
uiteindelijk in de buurt van Glade Spring bij een truckstop. Ik koop een beker
warme chocolademelk (die overigens heerlijk smaakt!) en loop dan een rondje
over de parkeerplaats in de hoop nog wat kentekenplaten te zien van staten die
ik deze vakantie nog niet gezien heb. Helaas zie ik alleen maar staten die
ik al gezien heb, maar ja: ik mis dan ook nog maar twaalf staten op mijn
lijstje.
Als we weer verder gaan, krijgen we in de bus een korte
film te zien over de Trail of Tears, omdat we vanmiddag naar een Indianengebied
gaan. De Trail of Tears was een verplichte verhuizing van de Cherokee Indianen
in 1838: ze werden van hun land verdreven en gedwongen te lopen naar een nieuw
gebied, een tocht van 1200 mijl. Exacte cijfers zijn er niet, maar er zouden zo’n
vierduizend Cherokee Indianen gestorven zijn tijdens deze tocht.
De film die we kijken over de Trail of Tears is erg
interessant en informatief. Ik ben dan ook al benieuwd naar wat we vanmiddag te
zien zullen krijgen. Zo ver is het echter nog niet. We steken eerst de
staatsgrens over en rijden een stuk door Tennessee. We volgen de 81 snelweg,
die overgaat in de 40. Onderweg zie ik een bord met een afslag voor Davy
Crockett Ranch, wat me meteen doet denken aan het bungalowpark bij Disneyland
Parijs.
Iets voor half één zien we het eerste bord dat ons welkom
heet in de Great Smoky Mountains, een berggebied op de grens van de staten Tennessee
en North Carolina. In dit berggebied zijn (volgens de informatiefolder die we
krijgen) meer boomsoorten dan in heel Europa, vijftienhonderd verschillende
soorten bloemen, meer dan tweehonderd soorten vogels en zestig verschillende
zoogdieren. We krijgen helaas nog niet veel tijd om dit te zien, want we rijden
eerst naar het dorpje Pigeon Force.
Pigeon Force is het dorpje waar Dolly Parton geboren is.
Het lijkt een lief klein dorpje, maar de hoofdstraat waar wij rijden, is één en
al toerisme. Er zijn souvenirwinkels en restaurants, maar vooral heel bizarre
attracties, zoals een huis dat ondersteboven gebouwd is.
Het ondersteboven gebouwde huis in Pigeon Force
Langs dezelfde weg blijkt ook een Titanic museum te zijn
gebouwd, compleet met de Titanic en ijsberg ernaast. Helaas stoppen we niet om
het te bekijken.
Titanic museum
We rijden langs nog meer bizarre attracties, een bord
voor Dollywood (een themapark in de handen van Dolly Parton) en stoppen dan bij
een buffetrestaurant om te lunchen. Het is een ‘All you can eat’ restaurant,
oftewel: je mag zoveel eten als je wilt. Voor mij als vegetariër is dat altijd
iets minder makkelijk dan het klinkt, aangezien veel gerechten altijd vlees
bevatten. De saladebar heeft gelukkig wel veel keuzemogelijkheden voor mij en
een vriendelijke kok verzekert me ervan dat de loempia’s ook vegetarisch zijn.
Met een volle maag stap ik dan ook weer de bus in. We
rijden terug naar de Great Smoky Mountains en volgen de 441 weg door de bergen.
Het wordt een prachtige rit met veel bergen, bomen en af en toe kleine beekjes.
Dit soort beekjes zag je veel
We stoppen bij het Newfound Gap punt op 1538 meter
hoogte. Dit is ook de grens van de staten Tennessee en North Carolina.
Newfound Gap: de staatsgrens van Tennessee en North Carolina
We krijgen ruimschoots de tijd om rond te kijken en te
genieten van het prachtige uitzicht. Het weer is gelukkig nu helder, zodat we
kilometers ver kunnen kijken en overal bergen en bossen zien.
Prachtig uitzicht vanaf Newfound Gap
Na de fotostop vervolgen we onze tocht door de Great
Smoky Mountains door de staat North Carolina. De natuur blijft prachtig, ook al
rijden we nu iets lager. Ik probeer nog wat foto’s te maken vanuit de bus, maar
dit is erg lastig en levert helaas geen scherpe plaatjes op.
Onze volgende stop is bij het Oconaluftee Visitor Center
aan het begin van het Cherokee Indianen reservaat. Dit bezoekerscentrum ligt
vlakbij de Oconaluftee rivier.
De Oconaluftee rivier
Bij het bezoekerscentrum bevindt zich ook het Mountain
Farm Museum, een openluchtmuseum waar een boerendorpje is nagebouwd. Je kunt er
rondlopen en zien hoe de mensen vroeger leefden. In één van de gebouwen is ook
iemand aanwezig die laat zien hoe de hoefsmid vroeger werkte.
Het Mountain Farm Museum
Vanaf het Oconaluftee Visitor Center rijden we verder
naar Cherokee, het Indianendorpje. Als we daar stoppen, vind ik dat je het
eigenlijk geen dorpje kunt noemen: het zijn alleen maar restaurants en winkeltjes
waar Indianenspullen verkocht worden. Onze reisleidster had ons al gewaarschuwd
hiervoor, maar ik had stiekem toch gehoopt op nog iets informatiefs.
Het Cherokee 'dorpje'
Uiteindelijk rijden we door op weg naar onze
eindbestemming van vandaag: Asheville. We volgen de 19 snelweg, rijden nog een
klein stukje over de Blue Ridge Parkway en gaan dan door op de 40 snelweg. Het
blijkt nog een lange rit vanaf Cherokee, eigenlijk te lang. Als we dan ook nog
een stop maken bij het plaatsje Biltmore om te eten en pas om half acht
opgehaald zullen worden, besluit ik om gewoon in de bus te blijven zitten. De
stop is namelijk omdat het hotel erg afgelegen ligt en er geen restaurant in
het hotel is. Ik ben echter goed voorbereid en weet dat er vlakbij een Subway
broodjeswinkel zit.
Het hotel in Asheville waar we overnachten
Dankzij mijn ‘huiswerk’ ben ik niet al te laat bij het
hotel. Ik breng mijn koffer naar mijn kamer, haal een broodje bij de Subway en
geniet vervolgens van het hotelzwembad. Een ander voordeel van niet meegaan
naar Biltmore is namelijk dat ik lange tijd het hele zwembad voor mezelf heb.
Als de rest van de reizigers bij het hotel aankomt en het
wat drukker wordt, ga ik terug naar mijn kamer om lekker uit te rusten na de
toch weer lange dag. Helaas werkt het Internet heel slecht, dus ga ik nog een
halfuurtje in de hotellobby zitten om alle reisverslagen bij te werken en
mailtjes naar het thuisfront te versturen. Ook bereid ik me voor op morgen,
want dan gaan we een muzikale dag tegemoet: we gaan naar Nashville, de
hoofdstad van de countrymuziek.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten