Vrijdag 21 juli 2017: Kandy → Bandarawela
Vandaag belooft weer een
bijzondere dag te worden, want we zullen namelijk een deel van de route per
trein afleggen. Deze treinreis staat bekend als één van de mooiste ter wereld.
Onze dag begint vroeg met
douchen, aankleden en nog één keer genieten van het heerlijke ontbijt in dit
hotel. Dan is het koffers inpakken, uitchecken en verzamelen voor het vertrek.
Voor de laatste keer proppen we ons alle achtentwintig in het kleine busje en
beginnen we aan de rit naar beneden, de steile berghelling af. Misschien zijn
we eraan gewend geraakt of misschien rijdt de chauffeur gewoon rustig, maar het
tochtje valt erg mee.
Eenmaal beneden stappen we
over in onze eigen grote bus. Langzaam verlaten we de stad Kandy. We rijden
eerst nog een stuk door de drukke straten, maar dan wordt het rustiger. Onderweg
komen we langs de botanische tuinen, waardoor ik er nog een heel klein stukje
van kan zien. Ook het volgende stukje van de rit is mooi: we rijden over een
universiteitscampus, die zeer netjes is aangelegd. We zien diverse gebouwen,
grote grasvelden die keurig gemaaid zijn en heel veel bomen. Sommigen hebben
zulke laaghangende takken dat ze een deel van het pad blokkeren.
We laten de stad achter ons en
gaan de bergen in. Hoe hoger we komen, hoe groener het wordt. Dit komt vooral
door de theeplantages, waarvan Sri Lanka er heel veel heeft. Rond 1860 mislukte
de koffieoogst namelijk door een plantenziekte, waarop de koffieplanters
besloten over te schakelen op iets anders. Ze haalden theestruiken uit India en
dat bleek een succes: de theeplantjes groeiden erg goed in Sri Lanka. De
Britten, grote theeliefhebbers die lange tijd de baas waren in Sri Lanka,
breidden de theeoogst flink uit.
Onze eerste stop vandaag is
dan ook bij een theefabriek. Via een pad vol met struiken en bloemen komen we
bij de fabriek aan. Hier worden de theeblaadjes naartoe gebracht, waarna er
thee van wordt gemaakt.
De theefabriek die we bezoeken
Vanwege het gebrek aan regen,
iets waarvan een deel van Sri Lanka al een tijdje last heeft, zijn er vandaag
geen nieuwe blaadjes naar de fabriek gebracht. We krijgen nog wel de
droogmachine te zien op de eerste etage, waar de eerder binnen gebrachte
theeblaadjes gedroogd worden. Dit drogen gebeurt met behulp van een soort grote
ventilator en is nodig om het te veel aan vocht in de blaadjes te laten
verdampen.
Het drogen van de theeblaadjes
Beneden in de fabriek gaat het
proces verder. De blaadjes worden gerold en gebroken (zo komt het natuurlijke
gistingsproces op gang), gezeefd en uiteindelijk steeds fijner gemaakt. Hoe
fijner de blaadjes, hoe sterker de smaak.
Met machines gaat het proces verder
Na de rondleiding door de
fabriek mogen we natuurlijk zelf ook thee proeven. De eerste thee is redelijk
zoet en daardoor prima zonder suiker te drinken. De tweede is al veel sterker
en de derde is zo donker van kleur dat ik die maar besluit over te slaan.
Enkele groepsgenoten die het wel proberen, komen niet verder dan een klein
slokje.
De verschillende theesoorten die we kunnen proeven
We krijgen uiteraard ook nog
de gelegenheid om in de winkel van de theefabriek rond te kijken. Onze
reisleider vertelt ons dat we dertig procent korting krijgen, maar zelfs met
die korting vinden wij de prijzen erg hoog. We laten de winkel achter ons en
genieten nog even van het uitzicht.
Een klein kwartiertje later
gaat de rit verder. We rijden hoger de bergen in en zien prachtige uitzichten
met heel veel groen. Onderweg stoppen we bij een theeplantage, zodat we al dat
groen op de foto kunnen zetten. Hier en daar wordt het groen onderbroken door
borden met witte letters: de naam van de eigenaar van de theeplantage.
Een van de vele theeplantages
Nog later en nog hoger in de
bergen stoppen we bij een restaurant voor de lunch. Het uitzicht is werkelijk
adembenemend met veel groen en in de verte de Rambodja watervallen.
Het uitzicht met rechts de Rambodja watervallen
Omdat de losse lunchmaaltijden
op de kaart vrij prijzig zijn en aangezien een ober meldt dat het een halfuur
kan duren voor je het eten krijgt, kiezen we vandaag voor het lunchbuffet. Het
is niet heel geweldig, maar ook niet heel slecht. En het uitzicht maakt
uiteraard veel goed.
Het uitzicht tijdens de lunch
Nadat we gegeten hebben,
wachten we buiten, waar we nog wat foto’s maken. We houden de tijd goed in de
gaten, want om half twee moeten we allemaal weer in de bus zitten: we hebben
immers een trein te halen!
Helaas let niet iedereen in de
groep even goed op de tijd, waardoor we pas om kwart voor twee verder rijden.
Via allerlei bochtige wegen rijden we naar Nuwara Eliya op 1893 meter hoogte.
Deze bekende Sri Lankaanse stad was vroeger belangrijk voor de Britten en er
zijn nog veel Britse invloeden te zien. Zo is er een golfbaan, herkennen we
veel Engelse namen en zien we voor het eerst op Sri Lanka paarden.
Als we de stad uitrijden,
komen we langs huisjes die ons ook weer aan Engeland doen denken. Heel even
maar, want daarna is er weer veel groen te zien. We zien echter ook de klok,
die steeds verder doortikt. Onze trein vertrekt om drie uur, gaan we dat nog
halen? Het overige verkeer werkt niet mee: als onze bus een bocht wil nemen,
dringt een tegenligger voor, waardoor de motor van de bus afslaat. Op een steil
stukje van de weg staan we helemaal stil. Even is het spannend, maar gelukkig
lukt het de chauffeur om de bus weer door te laten rijden.
Om tien voor drie zijn we
eindelijk in Nanu Oya, het dorpje waar we op de trein zullen stappen. Het
station bereiken duurt nog eens vijf minuten. Haastig verlaten we de bus en
lopen we in hoog tempo het pad af naar de ingang van het station. Onze
reisleider haast zich naar het loket om kaartjes te kopen, wij worden het
perron alvast opgejaagd. Daar kunnen we rustig ademhalen: de Sri Lankaanse
Spoorwegen willen een beetje op de NS lijken en daarom heeft de trein wat
vertraging.
Ruim na drie uur rijdt een
blauw gekleurde trein het stationnetje binnen. We stappen de derde klas in, die
redelijk verlaten is, en zoeken een zitplaatsje. Even later vertrekt de trein
en vanaf dat moment is het niets anders dan prachtige uitzichten.
De trein op het station van Nanu Oya
De trein rijdt dwars door de
bergen vol met theeplantages, wat het ene na het andere mooie plaatje oplevert.
Foto’s maken is geen probleem: de deuren van de wagons staan namelijk open en
je kunt zonder gevaar in de deuropening zitten.
Het uitzicht onderweg
Zo’n twee uur lang zitten we
in de trein en doen we niets anders dan genieten. Het uitzicht, de mensen aan
boord die gewoon met elkaar muziek maken op hun trommels of hun koopwaar aan
het bagagerek ophangen, de verkoper met een zeer irritante stem die drankjes
probeert te verkopen… Het is een heerlijk bijzondere rit, die we echt niet
hadden willen missen.
Het is een heel bijzondere rit!
Onderweg stoppen we een paar
keer bij kleine stationnetjes. Een aantal zijn versierd met bloemen en planten,
zodat het er erg gezellig uitziet.
Een van de stationnetjes onderweg
Rond vijf uur stopt de trein
op het station van Bandarawela, ons eindpunt. We stappen uit, kijken nog één
keer om naar de trein en volgen dan onze reisleider het station uit.
Op het station van Bandarawela
Lopend gaan we richting het
hotel. Hiervoor moeten we onze reisleider tussen de vele Sri Lankaanse mensen
die aan het winkelen zijn volgen en een drukke straat oversteken. Gelukkig lukt
het allemaal en komen we veilig bij ons hotel aan.
Het hotel doet een beetje
Engels aan met een grote tuin ervoor, oud meubilair en dikke houten hekken.
Onze kamer, 116, kijkt uit op een klein veldje met gras en een kunstwerk dat
een trein voorstelt. In de kamer zelf is ook genoeg te zien: we hebben een oud,
hoog bed met dunne spijlen eromheen en de badkuip staat op losse pootjes in de
piepkleine badkamer. De douche is niet meer dan een douchekop die met dunne,
ijzeren leidingen met de kraan verbonden is. Het uitzicht achter de kamer is
ook nog de moeite van het noemen waard: we kijken namelijk uit op… een oude
badkuip die op een grasveld staat…
Omdat het hotel geen zwembad
heeft, lopen we eerst snel naar de supermarkt aan de overkant van de straat
voor wat boodschappen. Vervolgens halen we een drankje bij de bar, dat we
heerlijk ontspannen opdrinken op het bankje voor onze kamer. Als het half acht
is, gaan we naar het restaurant voor het avondeten. Het is geen geweldige
maaltijd en er is niet heel veel keus, maar we zijn in Kandy natuurlijk ook
verwend.
Na het eten gaan we terug naar
de kamer, waar we nog even nagenieten van de prachtige treinreis. Morgen
belooft ook weer een bijzondere dag te worden: dan zullen we namelijk Yala
National Park bezoeken, een wildpark voor dieren, waarbij we kans hebben een
luipaard te zien.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten