Dinsdag 18 juli 2017: Habarana → Dambulla → Kandy
Vandaag is voorlopig even onze
laatste reisdag: we rijden van ons hotel in Habarana naar de stad Kandy, waar
we drie nachten zullen blijven. Onderweg naar Kandy hebben we nog een aantal
stops op het programma staan, waaronder eentje bij de Gouden Tempel van
Dambulla.
Vanwege de wind, die nog
steeds flink tekeer gaat, zijn we al vroeg wakker. Rond half zeven staan we
echt op om te douchen en om daarna te gaan ontbijten. In het restaurant is het
nog erg rustig, al wordt het snel drukker: iedereen moet natuurlijk weer op
tijd in de bus zitten. Zodra we klaar zijn, gaan wij dan ook meteen naar de
receptie om onze rekening te betalen. Nu is er wel gewoon wisselgeld, terwijl
het pas half acht ’s ochtends is. Het lijkt er sterk op dat de man van
gisteravond geen zin had om wisselgeld te pakken, ook al was het er gewoon.
We gaan terug naar de kamer,
pakken de laatste spullen in en checken dan snel uit. Onze spullen gaan een
klein busje in, dat de koffers naar onze eigen bus brengt (het pad naar het
hotel is te smal voor onze bus). Wij lopen erachter aan, omdat we geen zin
hebben om naar een olifant te kijken die met kettingen om zijn nek aan het werk
wordt gezet.
Als iedereen in de bus zit,
vertrekken we richting Kandy. We zijn nauwelijks onderweg of de buschauffeur
moet vol op de rem: in de verte is een olifant te zien.
Een wilde olifant, gezien vanuit de bus
We zijn net weer onderweg als
er opeens een gil klinkt. Deze keer is er geen olifant te zien, maar zit er een
kakkerlak in de bus… Het duurt even voor de rust is wedergekeerd, maar dan zijn
er geen onderbrekingen meer en kunnen we gewoon doorrijden naar Dambulla.
In Dambulla is onze eerste
stop bij een markt voor handelaren. In plaats van kraampjes waar je iets kunt
kopen, staan er overal mensen en auto’s met diverse soorten fruit en groente.
Bananen worden met trossen tegelijk verkocht, aardappels worden in zakken op
auto’s geladen en mango’s worden in grote kratten aangeboden. Het is één grote
chaos van mensen en vrachtwagens die door elkaar heen lopen en rijden. Om de
chaos helemaal compleet te maken, worden er nog berichten omgeroepen die
eigenlijk niemand verstaat.
In de chaotische markthal
Nadat we door de overdekte
markthal heen gelopen zijn, gaan we terug de bus in. We rijden door richting de
Gouden Tempel van Dambulla, maar eerst gaan we koffie drinken. Het restaurant
zit in hetzelfde gebouw als de TV- en radio-omroepen en dat gebouw staat… naast
een boeddhistische tempel.
Wanneer we ons drinken en
koekje op hebben, lopen we naar de tempel. Meteen zijn we onder de indruk, want
we zien een prachtig groot Boeddhabeeld gemaakt van goud.
De gouden tempel van Dambulla
We kijken een tijdje rond op
het plein voor het museum met het gouden Boeddhabeeld. Er staan veel bakken met
bloeiende bloemen, er zijn twee olifantenbeelden en wat hoger zien we
standbeelden van boeddhistische monniken die een offer aan Boeddha brengen.
Beelden van offerende monniken
Na het maken van foto’s
beginnen we aan de klim naar de echte tempel. De tempels liggen namelijk
halverwege een 160 meter hoge rots. Om er te komen, moeten we langs steile
trappen en paden naar boven. Een hele klim, maar het uitzicht is erg mooi.
Het uitzicht met in de verte Sigiriya
Zodra we bij de tempels zijn,
is er natuurlijk weer het ritueel met schouders en knieën bedekken en schoenen
uit. Het valt ons op dat er zelfs videobewaking is hier, maar de gouden
Boeddhabeelden kunnen dat natuurlijk verklaren.
De grottempels van Dambulla
bestaan uit diverse grotten met daarin Boeddhabeelden. De tempels zijn al in de
eerste eeuw voor Christus gebouwd door koning Valagambahu I. Nadat hij zich
veertien jaar lang in de grotten schuil had gehouden, liet hij het gebied ombouwen
tot een tempelcomplex. Vandaag de dag wordt het druk bezocht door zowel
boeddhisten als toeristen en woont er een grote groep apen.
Twee van de vele apen die in het tempelcomplex wonen
We beginnen ons tempelbezoek
bij de eerste grot – de Devaraja Viharaya, wat Tempel van de Heer der Goden
betekent. Het is een tempel met een zeer smal pad, omdat de meeste ruimte in
beslag genomen wordt door een liggend Boeddhabeeld van veertien meter lang. We
moeten in groepjes de tempel in om het te bekijken, zo smal is het pad ervoor.
Een deel van het liggende Boeddhabeeld
Van de eerste grot gaan we
naar de tweede – de Maharaja Viharaya, wat Tempel van Grote Koningen betekent. In
deze grot zien we opnieuw een grote liggende Boeddha, maar daarnaast ook een
heleboel zittende Boeddha’s. Het is bijna niet te tellen hoeveel beelden er
staan, zo veel zijn het er. De details in de grot zijn ook prachtig: de beelden
zijn zeer gedetailleerd en daarnaast is het plafond ook versierd met patronen
en afbeeldingen van Boeddha.
Een aantal van de vele Boeddhabeelden
De derde grot is de Maha Alut
Viharaya, wat Grote Nieuwe Tempel betekent. Ook hier zijn veel details te zien,
zowel op de beelden als op het plafond. Daarnaast heeft deze grot ook weer een
liggende Boeddha. Aan de tenen is te zien of het een slapende Boeddha is of een
overleden Boeddha: als de tenen gelijk zijn, stelt het een Boeddha in rust voor
(Boeddha sliep slechts twee uur per dag) en als de tenen ongelijk zijn, stelt
het beeld een overleden Boeddha voor.
In de Maha Alut Viharaya
Na de derde grot bezoeken we
nog de twee laatste kleinere grotten: de Pacchima Viharaya (Westelijke Tempel)
en de Devana Alut Viharaya (Tweede Nieuwe Tempel). In de Pacchima Viharaya
proberen we zo kort mogelijk te blijven, aangezien de kleine tempel een
geluidsalarm heeft bij de ingang om ongewenste dieren buiten te houden. De
laatste tempel, de Devana Alut Viharaya, heeft nog een bijzonderheid: vijf
Boeddhabeelden zijn van baksteen en stucwerk gemaakt in plaats van van goud,
zoals de andere beelden.
In een flink tempo lopen we
vervolgens terug naar beneden en gaan we weer naar de bus. Na een kort ritje
stoppen we bij een houtbewerkingswinkel. De eigenaar vertelt ons iets over de
verschillende houtsoorten waar hij mee werkt en over hoe het hout bewerkt
wordt. Dan mogen we door de winkel lopen, waarbij het natuurlijk de bedoeling
is dat we iets kopen. Het is allemaal even prachtig, maar ook allemaal even
prijzig en bovendien willen we niet het risico lopen dat het hout is dat we
niet naar Nederland mee mogen nemen.
Een detail van een handgemaakt houten tafeltje
Voor de winkel wachten we tot
iedereen klaar is met winkelen. Een aantal mensen hebben maskers gekocht, die
erg bekend zijn op Sri Lanka. Ze hebben ook allemaal een eigen betekenis, net
als de olifantenbeeldjes: als de olifant zijn slurf omlaag houdt, biedt het
beeld bescherming en als de olifant zijn slurf omhoog houdt, moet het beeld
geluk brengen.
Met de bus rijden we
vervolgens naar het restaurant waar we gaan lunchen. Het is een mooi restaurant
en het eten is prima. Wel hebben we medelijden met een zwerfhondje dat water
uit de bak met lotusbloemen drinkt.
Als iedereen klaar is met
eten, steken we de weg over naar een kruidentuin. Een jongeman leidt ons rond
en vertelt ons over de verschillende dingen die er groeien: onder andere koffie,
cacao, vanille, ananas en nootmuskaat. Dan neemt hij ons mee naar een overdekte
ruimte, waar we op plastic stoelen moeten gaan zitten die in een grote kring
neergezet zijn. Tot onze verbazing krijgen we een compleet document met
allerlei producten die er verkocht worden. Onze rondleider begint de producten
één voor één toe te lichten met alle voordelen die het product heeft. Als we
hem moeten geloven, kunnen we dankzij de producten honderd procent gezond en
met zachte huid en zacht haar door het leven gaan.
Cacaoplant in de kruidentuin
Bijna hoofdschuddend luisteren
we naar het verhaal. Onze rondleider eist ook complete aandacht, want zodra er
gepraat wordt, is het ‘Listen, Sir, Madam’ en wacht hij tot het weer stil is.
Het komt op ons heel erg over als een Tupperware-party… maar dan nog een tandje
erger.
Uiteindelijk is het verhaal
klaar en kunnen we nog een gratis massage krijgen, als we dat willen. Wij slaan
beiden over, hier hebben we echt geen zin in. In de winkel, die we uiteraard
daarna bezoeken, houden we onze aankoop bij een klein flesje vanille-aroma voor
in de taart, meer producten hebben we echt niet nodig!
Voor we de kruidentuin
eindelijk verlaten, is er flink wat tijd verstreken. We gaan de bus in en de
chauffeur zet de bus in zijn achteruit om de weg op te gaan. Als hij verder wil
rijden, wordt hij ineens aangehouden door de politie wegens ‘gevaarlijk rijden’.
De reisleider gaat zich er snel mee bemoeien met de mededeling dat hij hogere
vrienden heeft bij de politie, die de agent wel even op zijn plaats zullen
zetten (of met de mededeling dat de bus vol zit met blanke toeristen…). In
ieder geval mag de chauffeur zonder boete verder rijden.
Nu gaan we echt onderweg naar Kandy.
Onderweg zien we op een berg nog een Boeddhabeeld dat de plek herdenkt waar
2100 jaar geleden het eerste boeddhistische boek werd geschreven. Vijfhonderd
monniken schreven mee aan de zestienhonderd bladzijden. Later zijn er nog meer
boeddhistische boeken geschreven.
We rijden door het dorpje
Matale, waar het een stuk drukker is. Via een bochtige weg gaan we meer de
bergen in, waar we een prachtig uitzicht hebben.
Het uitzicht op de berg
Vervolgens rijden we door
diverse kleine dorpjes tot we in de buurt van Kandy komen. Voor het eerst deze
vakantie komen we een weg met maar liefst twee banen tegen, wat ook wel nodig
is met het drukke verkeer. Het is duidelijk dat we in een grote stad zijn, die
rekening houdt met toeristen: zo zien we bijvoorbeeld een KFC restaurant…
De bus stopt bij een winkel
voor sanitair. Niet om iets te kopen, maar omdat de bus te groot is om de berg
op te gaan. Een klein busje brengt ons via een zeer, zeer steile weg naar ons
hotel op de top van de berg. Een ander busje brengt de koffers. Wij krijgen
netjes een welkomstdrankje, terwijl we genieten van het prachtige uitzicht.
Morgen, als het lichter is (het is al avond nu), willen we er zeker foto’s van maken.
We gaan naar onze kamer,
wachten op onze koffers en frissen ons dan een beetje op voor we naar het
buffet gaan. Het is een uitstekend buffet met zeer veel keus. Ook hebben ze
deze keer wat meer ‘bekende’ keuzes, zoals frietjes en broodjes hamburger. Helemaal
opvallend is de verse sinaasappelsap die er te krijgen is. Het smaakt allemaal
heerlijk!
Na het eten gaan we vrij snel
naar de kamer, aangezien we morgen weer een lange dag hebben. Dan zullen we de
bekende Tempel van de Tand bezoeken, de botanische tuin en een show met
traditionele dans en muziek.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten