zaterdag 28 augustus 2021

Reisverslag Drenthe 2021: dag 5

Dinsdag 10 augustus 2021


De regen van gisteravond blijkt helaas nog niet over te zijn als we opstaan. We ontbijten daarom verplicht allemaal binnen en maken ons daarna klaar voor ons bezoek aan Kamp Westerbork vandaag.


Iets over half tien rijden we weg. Via een achteraf gelegen weg komen we in Hooghalen, waar het herinneringscentrum van Kamp Westerbork is. Bij het centrum is een ruime, gratis parkeerplaats. Vanaf het parkeerterrein lopen we naar de ingang, waar we bij de kassa onze reservering laten zien en keurig uitleg krijgen over wat waar is in het centrum. Er zijn twee expositieruimtes en een aantal filmzalen. Ook is er een klein winkeltje met boeken en dvd’s over Kamp Westerbork en de Tweede Wereldoorlog.


De ingang van het herinneringscentrum

We beginnen ons bezoek in de vaste expositieruimte. Hier leren we over de geschiedenis van het kamp. Het begon als vluchtelingenkamp voor Joodse vluchtelingen uit andere landen op 1 oktober 1939. Op 1 juli 1942 werd het kamp door de Duitsers overgenomen en werd het een doorstroomkamp: Joden verbleven hier tot ze op transport gingen naar andere kampen in Duitsland, Tsjechië en Polen. Na de bevrijding bleef het kamp bestaan als interneringskamp voor Nederlanders die de Duitsers gesteund hadden. In 1949 werd het een kamp voor militairen en in 1950 voor mensen uit Nederlands-Indië. Van 1951 tot 1971 stond het kamp bekend als Woonoord Schattenberg, waar Molukse militairen met hun families woonden.


Een groot deel van de expositieruimte gaat natuurlijk over de verschrikkingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden. We lezen hartverscheurende verhalen van mensen die het kamp overleefd hebben en over mensen die het niet overleefd hebben. Verhalen van en over kinderen maken nog eens extra indruk. Ook is er een deel van een barak nagebouwd, inclusief geluiden, zodat je (gedeeltelijk) kunt ervaren hoe het was om er te verblijven.


Wat ook indruk maakt, is een grote kaart met pijlen en cijfers. De pijlen geven de routes aan naar de verschillende vernietigingskampen in Oost-Europa en de cijfers vertellen hoeveel mensen erheen getransporteerd zijn. Ook staat er bij hoe weinig mensen het maar overleefd hebben.


Diep onder de indruk verlaten we de ruimte. De tweede expositieruimte gaat over de film die in kamp Westerbork gemaakt is tijdens de oorlog. Een deel van de film is nu ingekleurd, waarbij de scène te zien is van een zigeunermeisje dat pas jaren later een naam kreeg: Settela Steinbach. Ook zij heeft helaas de oorlog niet overleefd.


In de filmzalen bekijken we nog wat stukjes van andere films, die ook interviews bevatten met overlevenden en nabestaanden. In de laatste zaal wordt ook wat informatie gegeven over Anne Frank en haar familie, die een tijdje in het kamp geweest zijn. Omdat zij onderduikers waren, moesten zij in de zogeheten strafbarakken blijven en een band om hun arm dragen met de S erop. Een andere banner laat de lijst zien met alle 93 treinen die vanuit kamp Westerbork naar vernietigingskampen zijn vertrokken, met name naar Auschwitz en Sobibor.


We verlaten het centrum en beginnen aan de wandeling naar het voormalig kampterrein. Normaal gesproken rijden er pendelbussen, maar vanwege Corona is het terrein alleen lopend te bereiken. Er zijn twee routes, die qua afstand niet heel veel schelen: het Bospad (2,4 kilometer) en het Melkwegpad (2,7 kilometer). Het laatste pad heet zo, omdat er naast het kampterrein sinds 1971 een radiosterrenwacht zit. Vanwege deze sterrenwacht moeten mobiele telefoons tijdens de wandeling en op het kampterrein ook uitgeschakeld worden.


Wij kiezen voor de route over het Bospad. Al vrij snel begint het te spetteren, maar nog niet heel erg. Hoe verder we komen, hoe harder het begint te regenen. Gelukkig komen we een overdekt bankje tegen, waar we meteen ons kleine mannetje een flesje geven.


Als het flesje op is en de regen net iets minder is, vervolgen we onze wandeling. We schijnen ongeveer op de helft te zijn. Na nog een kwartier lopen komen we inderdaad aan bij het voormalig kampterrein. Aan het begin staan een aantal herdenkingsstenen met de namen van vernietigingskampen en hoeveel mensen er naartoe getransporteerd zijn. Links, onder een glazen overkapping, staat het huis waar vroeger de commandant woonde en wat bewaard is gebleven.


We lopen rechtdoor en passeren de slagboom die stamt uit de tijd van Woonoord Schattenberg. Langs de rand van het terrein is een hek met prikkeldraad te zien. Iets verderop staat een oude, nagebouwde goederenwagon. Een paal ervoor met een scherm laat de namen horen van alle mensen die op transport geplaatst zijn.


Het kampterrein met de nagebouwde goederenwagon

Aan het einde van het kampterrein staat een nagebouwde wachttoren. Ook bevindt zich hier het Nationaal Monument, dat ontworpen is door oud-gevangene Ralph Prins. Het bestaat uit 93 treinbielzen (voor het aantal transporten) en opgekrulde rails aan het eind, die twee wanhopig geheven armen moeten voorstellen. De rails is bewerkt om het geweld van de oorlog uit te beelden.


Het Nationaal Monument

We lopen terug over het pad en passeren een barak, die nog deels origineel is. Ernaast is het monument 102.000 stenen, één steen voor elk persoon in het kamp. Sterren op de stenen, die verschillend van hoogte zijn, geven aan dat het gaat om een Joods iemand, vlammetjes zijn voor Roma en Sinti en vierkantjes voor verzetsmensen. Tussen de stenen zijn soms foto’s geplaatst van mensen die in het kamp gevangen hebben gezeten. We vinden het heel indrukwekkend.


Een deels originele barak uit het kamp

In stilte verlaten we het monument. Inmiddels valt de regen weer met bakken naar beneden. Hoewel het natuurlijk niet fijn lopen is, vinden we het weer wel passen bij de sfeer van het kampterrein.


We lopen naar de toiletten achter de Glazen Overkapping van het huis van de commandant om ons kleine mannetje even te verschonen. Op het dak klettert de regen neer, dus we vinden het dit keer niet eens erg om hem te moeten verschonen!


Als ons mannetje verschoond is, is de regen ook iets minder. Via de weg van de pendelbus beginnen we terug te lopen naar het herinneringscentrum en de parkeerplaats. Onderweg staan treinbielzen rechtop geplaatst met daarop een bordje met de datum van een transport, de bestemming en het aantal personen. Zo kunnen we precies zien hoe ver het nog ongeveer lopen is. Ondertussen blijft het onverstoorbaar regenen en tegen de tijd dat we terug zijn bij de parkeerplaats, zijn we dan ook compleet doorweekt.


Een van de 93 bielzen onderweg

Via het dorpje Elp, waar een vriend van ons vandaan komt, rijden we terug naar ons huisje om op te warmen. Pas ‘s avonds wordt het droger, waardoor we toch nog buiten kunnen eten. Ook kunnen we nog een rondje over het park lopen en zien we de ‘Sneeuwparty’ (een DJ met een schuimkanon) in het centrum.


De 'sneeuwparty' in het centrum van het park

Als ons kleine mannetje op bed ligt, zitten wij nog even buiten om de dag te verwerken. Het herinneringscentrum vonden we erg indrukwekkend, nog meer eigenlijk dan het voormalig kampterrein. Dit komt ook door de enorme radiotelescopen die je op de achtergrond ziet van de sterrenwacht. Het monument met de 102.000 stenen vonden we wel heel bijzonder en indrukwekkend. Rond 4 en 5 mei zullen we dan ook zeker aan ons bezoek terugdenken en denken aan al die mensen die er gevangen hebben gezeten en de oorlog meestal niet overleefd hebben.

Tot morgen. 

Lees verder: Dag 6


Geen opmerkingen:

Een reactie posten