27 december 2015
Vandaag is onze excursie naar
Senegal, wat betekent dat we vroeg op moeten: we worden namelijk al om tien
over half zeven opgehaald.
Om wakker te worden, willen we
graag even lekker warm douchen. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan:
tot drie keer toe valt het water uit…
Als we uiteindelijk toch
gedoucht en aangekleed zijn, lopen we naar de receptie om de ontbijtpakketjes
op te halen. We krijgen netjes twee pakketjes overhandigd, maar voor we kunnen
kijken wat erin zit, blijkt dat de pakketjes voor een ander gezin zijn. Onze
pakketjes zijn nergens te vinden: blijkbaar is er iets fout gegaan met het
doorgeven aan de keuken… Omdat er ook nog niemand in de keuken is, gaat de man
van de receptie zelf op zoek naar iets te eten voor ons. Hij komt uiteindelijk
terug met drie witte boterhammetjes en wat stukjes koude boter, dat is alles
wat hij heeft kunnen vinden. We bedanken hem voor de moeite die hij gedaan
heeft, maar balen er wel van dat het fout is gegaan met doorgeven.
Op het terras van het hotel
eten we ons ontbijt op. Vervolgens is het wachten op de bus die ons op komt
halen. Pas tegen tien voor zeven stopt er een busje voor de ingang. We rijden
eerst nog langs een aantal andere hotels, waarbij er bij eentje erg lang
gewacht wordt omdat er twee mensen niet op zijn komen dagen. Terwijl we
wachten, moeten we vast onze paspoortgegevens in drievoud invullen, zodat de
grenspassering straks vlot kan verlopen.
Via Kotu rijden we daarna
eindelijk richting de haven van Banjul, de hoofdstad van Gambia. Hier zullen we
met de veerboot de Gambia rivier oversteken. Langs de weg naar de haven zien we
veel armoedige en vervallen gebouwen. Alles ziet er even oud, stoffig en
verroest uit. Ook lopen er gewoon geiten tussen de mensen door op straat, op
zoek naar een klein beetje gras om te grazen.
Bij de haven moeten we uit het
busje stappen. Onze gids haalt de kaartjes, terwijl wij voor het ingangshek
wachten. Het wachten duurt gelukkig niet lang, want er staan alweer verkopers
vlakbij om ons nephorloges en souvenirs aan te bieden.
Als we binnen het hek zijn,
geeft onze gids ons opdracht te wachten bij een aantal stenen. Meteen komen er
enkele verkopers op ons af, die ons één voor één afgaan met hun koopwaar van bananen,
noten en souvenirs. We wijzen ze allemaal zo beleefd mogelijk af en doen alsof
we erg geïnteresseerd zijn in de vogels.
Komt de veerboot er al aan?
De veerboot laat intussen lang
op zich wachten. Aan de gids, die zich helemaal niet met ons bemoeit en met
andere mensen aan het praten is, vragen we of er ergens een toilet is. Hij moet
hiervoor een sleutel vragen aan de politie, die het toiletgebouw voor ons opent.
Het is alles behalve het beste toilet, want er is geen licht en de schoonmaak
lijkt al in geen maanden (jaren?) gedaan te zijn. Maar goed, we zijn dan ook in
Gambia!
Rond kwart voor negen zien we
in de verte eindelijk de veerboot naderen. Hij komt maar langzaam vooruit, wat
logisch is door de enorme lading van mensen, auto’s en goederen aan boord. Het
duurt dan ook lang voordat alles en iedereen van boord is.
De volgeladen veerboot arriveert!
Zodra de veerboot grotendeels
leeg is, wordt begonnen met het laden van nieuwe goederen. Ook wij mogen aan
boord. We volgen onze gids naar het bovendek, waar we een zitplaats kunnen
zoeken. Vanaf onze plaats kunnen we ook zien hoe de boot verder geladen wordt.
Het laden van de boot
Er worden veel zakken aan
boord gebracht met karren en ook rijden er auto’s en vrachtwagens de veerboot
op. Dan gaat het hek open waarachter de gewone passagiers moesten wachten.
Rennend alsof hun leven ervan afhangt, stormen ze naar de boot. Het is echt een
wonder dat er niemand valt en dat er geen ongelukken gebeuren!
Rennen!
Na nog even gewacht te hebben,
vertrekt de boot eindelijk richting de andere kant van de rivier. We laten de
haven van Banjul achter ons, passeren de vissershaven en gaan onderweg naar
Barra. Aan boord zijn uiteraard ook weer verkopers, maar deze zijn beleefder:
als je ‘nee’ zegt, accepteren ze dat en lopen ze door. Wel valt ons een apart
figuur op: een man met zonnebril en stok alsof hij blind is, die met een
megafoon de boodschap van Allah aan boord verkondigt…
De vissershaven van Banjul
Ondertussen is onze gids in
slaap gevallen, de lijst met onze paspoortgegevens onbeheerd naast zich.
Gelukkig let een gids van een andere groep wel op en houdt hij in de gaten dat
er niks mee gebeurt.
De overtocht naar Barra duurt
zo’n drie kwartier. Vanaf het dek hebben we uitzicht op het havenstadje, wat er
heel erg armoedig uitziet. Dit wordt bevestigd als we van de boot afkomen en
richting onze bus lopen. Behalve armoedig is Barra ook erg chaotisch: iedereen
loopt door elkaar heen, auto’s proberen ertussendoor te rijden en
tegelijkertijd lopen er ook nog dieren rond.
We zijn dan ook blij als we
eindelijk in het busje zitten. Vervolgens duurt het nog even voor we weg kunnen
rijden door de chaos, maar dan zijn we eindelijk op weg naar de grens met
Senegal!
Het is een kleine drie
kwartier rijden naar de grensovergang. De rit valt op zich mee, maar dan komt
het: we zijn bij de grens… Wat we daar zien en meemaken, is eigenlijk
nauwelijks te beschrijven. Zodra het busje stopt, komen er van alle kanten
verkopers op ons af met bananen, noten en stukken kokosnoot. Ze kloppen op de
ramen van het busje en als we het busje uit proberen te komen om naar het
toilet te gaan, blokkeren ze eigenlijk gewoon onze weg. Met moeite komen we er
langs en haasten we ons naar het toilet, dat niet meer is dan een gat in de
grond. Vervolgens moeten we in het busje wachten op onze gids, die met onze
paspoorten het grensgebouw in is gegaan. Onze chauffeur rijdt het busje iets
verder richting de grens zelf en gaat dan ook het grensgebouw in. De verkopers
proberen hiervan te profiteren en verdringen zich rondom het busje. Ondertussen
hebben wij uitzicht op de grens, die gevormd wordt door paaltjes met een
verroeste ketting ertussen. Hier en daar ontbreekt de ketting zelfs, zodat mensen
gewoon de grens over kunnen steken.
Uiteindelijk keren onze
chauffeur en gids dan toch terug en steken we de grens over. Het is nu nog maar
vijf kilometer naar het park. Onderweg zien we kleine dorpjes, bestaande uit
zelfgemaakte huisjes die in een halve cirkel om een dorpsplein heen zijn
gebouwd. Op het plein zien we regelmatig groepjes onder een boom zitten als een
soort schoolklas. Kinderen die langs de weg lopen of staan, zwaaien enthousiast
en breed lachend naar ons: ze vinden het maar wat leuk om toeristen te zien!
Nadat we ongeveer vijf
kilometer gereden hebben, zijn we bij de ingang van het Fathala Wildlife
Reserve: een beschermd gebied voor wilde dieren. In het park wonen zebra’s, antilopen,
giraffen, vogels, apen, zwijnen en elanden en er is nog één neushoorn. Ook zijn
er leeuwen, maar die hebben een apart gebied.
De ingang van het park
Iets voorbij de parkeerplaats
bij de ingang zijn drie ronde gebouwtjes neergezet: de toiletgebouwen en een
soort winkeltje. De toiletgebouwen zijn keurig schoon en binnenin versierd met
grote foto’s van dieren uit het park.
De gebouwtjes bij de ingang
De gebouwtjes staan rondom een
grasveld, waarop twee reuzeschildpadden lopen. Op de foto met ze gaan is geen
enkel probleem en je kunt ze ook gewoon aanraken. Wel moet je natuurlijk
uitkijken, want ze kunnen bijten.
Samen met 1 van de reuzeschildpadden
Aan de overkant van het
grasveld is het restaurant van het park. Hier mogen we alvast onze lunch
bestellen, die we na de rit door het park zullen krijgen. We kunnen kiezen uit
verschillende soorten pizza’s, die allemaal zelf gemaakt worden.
Het restaurant
Als iedereen een lunch besteld
heeft, mogen we doorlopen naar de truck waarmee we de rit door het park gaan
maken. De safari kan beginnen!
De safaritruck
Via een zandweg rijden we het
echte park in. Langs de kant van de weg zien we veel bomen en struiken. Enkele
zandpaadjes lopen tussendoor, maar het zijn geen aangelegde wegen: ze worden
zandpaadjes, doordat de safaritrucks erover heen rijden.
De weg naar de ingang van het park
Het duurt niet lang voor we de
eerste dieren zien: op een open plek staan drie zebra’s bij elkaar. Ze kijken
niet op of om als de truck stopt en laten zich rustig fotograferen.
De drie zebra's op een rijtje
Op de open plek loopt ook een
groep zwijntjes. Het zijn echte “Pumbaa’s”, ze lijken precies op het
tekenfilmfiguurtje uit de Lion King. Onze safarigids heeft het ook meteen over “Hakuna
Matata!” als we op de dieren wijzen, hij is duidelijk bekend met de film!
Pumbaa's!
Nadat iedereen in de truck
tientallen foto’s van de zebra’s en zwijnen heeft gemaakt, rijden we verder.
Opnieuw duurt het niet lang voor we weer dieren zien: aapjes, die razendsnel de
weg oversteken en wegschieten tussen de struiken. Het volgende dier dat we
zien, komt minder snel weg: het is de neushoorn!
De neushoorn
De truck stopt vlakbij het
enorme beest. Even lijkt het alsof hij recht op ons afloopt, maar dan gaat hij
naar de achterkant van de truck. Met zijn hoorn tikt hij een beetje tegen de
truck. Verder laat hij zich rustig fotograferen.
"Tik, tik, wie ben ik?"
Onze safarigids vertelt ons
dat er eerst twee neushoorns in het park woonden. Tijdens een gevecht heeft het
mannetje het vrouwtje echter verwond en is ze uiteindelijk aan haar
verwondingen overleden. Het mannetje is de neushoorn die op slechts een paar meter
van ons af staat…
Lachend vlakbij de mannetjesneushoorn...
Na uitgebreid foto’s gemaakt te
hebben, rijden we weer door, op zoek naar de volgende dieren. Wat zullen we nog
meer tegenkomen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten