24 december 2015
Ondanks dat we gisteren een lange dag hebben gehad en pas
laat op bed lagen, kunnen we niet goed slapen. We hebben last van de
bijwerkingen van de malariapillen, die onder andere voor heel vreemde dromen
zorgen, en worden nog voor zes uur ’s ochtends gewekt door de oproep van de
moskee om te gaan bidden.
We weten onze slaaptijd nog iets te rekken tot kwart over
zeven en staan dan langzaamaan op. Het ontbijt is voor ons inbegrepen, dus
begeven we ons naar het restaurant. Binnen staat een buffetje klaar op een
aantal lange tafels. De keuze is meer dan prima: er zijn drie bakken voor warme
gerechten (witte bonen in tomatensaus, gekookte eieren, een mix van gebakken ui
en gebakken tomaat en een zelfde mix met vlees in plaats van tomaat), er is
stokbrood en wit brood om te roosteren, er zijn bananen en stukken watermeloen,
er is kaas en boter en als zoet beleg jam en suiker. Ook zijn er cornflakes en
repen die op haverkoeken lijken. Als drinken is er keuze uit rood sap en sap
met een soort lichtbruine / beige kleur. Later horen we dat dit sap is van de
baobab-boom.
Met ons ontbijt lopen we naar buiten om een tafeltje te
zoeken. Buiten zitten is namelijk geen enkel probleem: de temperatuur is al aan
het oplopen naar ongeveer dertig graden. Wel is het een beetje bewolkt, maar
dit vinden we prima.
Uitzicht vanaf het terras van het hotel
Op alle tafels van het terras staat keurig een schaaltje
klaar met wat suikerklontjes. Erbovenop ligt een schoteltje met theezakjes en
zakjes oploskoffie, een kan met heet water en warme melk wordt gebracht. Ik sla
de koffie en thee echter over en heb gekozen voor het rode sap. Geen goede
keuze: het blijkt mierzoet te zijn!
Na het ontbijt wachten we bij de receptie op onze
reisleider, die vanochtend een welkomstbijeenkomst komt geven. Op het terras
vertelt hij ons meer over verschillende steden in Gambia en andere dingen die
belangrijk zijn, zoals de taxi’s. Gambia kent twee soorten taxi’s: de gele
taxi’s met groene strepen en de groene taxi’s. De gele taxi’s worden vooral
gebruikt door de plaatselijke bevolking en zijn goedkoper dan de groene. Ze
zijn eigenlijk het openbaar vervoer van Gambia: iedereen kan overal in- en
uitstappen. De groene taxi’s zijn bedoeld voor de toeristen: ze zijn iets
duurder, maar je hoeft je taxi niet te delen met anderen. Het advies van de
reisleider is om altijd van tevoren de prijs af te spreken.
De receptie van het hotel
De reisleider vertelt ook over de excursies die
aangeboden worden. Er zitten een aantal interessante opties bij, maar
uiteindelijk reserveren we alleen de excursie naar Senegal, waar we een
dierenpark zullen bezoeken.
Als de bijeenkomst erop zit, lopen we even naar de kamer
om wat spullen te pakken. Vervolgens gaan we op pad richting de Strip, zoals de
drukste straat van de stad Kololi genoemd wordt. Vanaf het hotel is het
ongeveer twee, drie kilometer lopen. Dit lijkt niet ver, maar het is twee, drie
kilometer lopen over het zand aangezien er geen stoep is. Onderweg wordt er
veel naar ons getoeterd door chauffeurs van taxi’s en zien we om de paar meter
een groot reclamebord, waarvan de meeste reclame maken voor mobiele
telefoonabonnementen. Ook steekt er vlak voor ons een aapje de weg over en
graast er een kudde koeien op het gemak aan de overkant.
De weg richting de Strip
Na ongeveer een halfuur lopen, zijn we aangekomen bij het
kruispunt aan het begin van de Strip. We steken over en worden meteen aan alle
kanten aangesproken door mensen die ons excursies aan willen smeren, willen
weten of we een taxi nodig hebben, ons het beste tarief om geld te wisselen
beloven of ons naar hun restaurant willen hebben. De Strip is namelijk een
lange straat met alleen restaurants, wat kleine winkeltjes en
wisselkantoortjes. Het zou volgens de plaatselijke bevolking op de Strip van
Las Vegas moeten lijken, maar wij zien dat niet helemaal terug, waarschijnlijk
omdat we de echte Strip in Las Vegas kennen en nog even aan de Gambiaanse
standaard moeten wennen.
De Strip van Kololi
We lopen de Strip af op zoek naar een pinautomaat. Onze
reisleider heeft ons verteld dat er maar één bank in Gambia is waar je geld op
kunt nemen met je pinpas, maar wij kunnen hem zo gauw niet vinden. We vragen
het na bij een beveiliger van een hotel en krijgen te horen dat de bank zich
voor de Strip bevindt.
Als we eindelijk in het bezit zijn van dalasis (de
munteenheid van Gambia, lees meer op de pagina Reisverslag Gambia 2015) gaan we opnieuw de Strip op om wat boodschappen te
doen. Vervolgens gaan we op zoek naar de ingang van het apenpark dat zich aan
de overkant van ons hotel bevindt. De ingang zelf is aan het einde van de
rustige zijstraat van de Strip, vlakbij het strand. We betalen de toegang van
150 dalasis per persoon (ongeveer €3,48) en mogen dan samen met een gids het park in.
Het beginpunt van onze route door het apenpark
We kiezen voor de lange route en lopen op ons gemak
tussen de palmbomen door. Onze gids vertelt ons wat het verschil is tussen
mannelijke en vrouwelijke palmbomen en probeert nog wat excursies aan te
prijzen. Ondertussen zien we vooral veel vlinders en horen we enkele vogels,
waaronder de roodsnaveltok.
De roodsnaveltok
Na even gelopen te hebben, zien we eindelijk de eerste
apen. Ze zijn wat schuw, maar laten toe dat we dicht bij ze in de buurt komen
en dat we foto’s van hen maken. Als de gids hen wat nootjes geeft, durven ze
nog dichterbij te komen. Stelen, krabben of bijten doen ze niet: ze pakken
alleen het nootje aan en gaan dan weer achteruit.
Gezellig vlooien bij elkaar!
We vervolgen onze route door het park en zien nog meer
apen. Ook komen we regelmatig termietenheuvels tegen. De gids vertelt intussen
meer over zichzelf en het leven in Gambia en probeert af en toe weer wat
excursies aan te prijzen.
1 van de vele termietenheuvels in het park
Halverwege de route houden we even een korte pauze. Het
tweede deel van de route is minder spectaculair: we zien wat minder apen en
vragen ons steeds meer af waar we zijn. Gelukkig weet de gids de weg en brengt
hij ons veilig terug naar het beginpunt van de route. Daar verwacht hij
uiteraard een fooitje. Denkend aan de toegangsprijs geven we hem een biljet van
100 dalasis. Hier is hij niet tevreden mee: volgens hem begint de fooi bij 300
dalasis en als we heel tevreden zijn, moeten we 400 dalasis geven. Een beetje
aarzelend kijken we elkaar aan. Dat vinden we wel erg veel fooi! Omdat we geen
ruzie willen zoeken of achtergelaten willen worden in het park, geven we hem
toch nog twee biljetten van 100 dalasis. Hier is hij wel tevreden mee en hij
brengt ons terug naar de ingang.
We verlaten het park en lopen door richting het strand.
Uiteraard gaan we even met onze voeten in het water van de Atlantische Oceaan!
Het is heerlijk verkoelend en we vinden het jammer dat we geen zwemspullen bij
ons hebben.
We zijn niet alleen aan het strand...
Bij een restaurantje eten we even een broodje voor we
verder lopen over het strand richting het hotel. Tegenover ons hotel staat een
watertoren, die we denken in de verte te zien. Na veertig minuten lopen,
begonnen we toch te twijfelen en gaan we een paadje tussen twee gebouwen door.
Nu komen we erachter dat we de verkeerde toren als uitgangspunt hebben genomen.
Gelukkig zijn we niet al te ver doorgelopen en zijn we vrij snel terug bij het
hotel.
We rusten even uit bij het zwembad, waarna we ons
opfrissen en terug lopen naar de Strip. We slaan het zijstraatje in, waar het
veel rustiger is, en kiezen voor een restaurant dat er gezellig uitziet. Het
blijkt een goede keuze: de service is prima en het eten smaakt heerlijk. Wel
valt twee keer de stroom uit, maar dat schijnt – volgens het personeel –
normaal te zijn!
Heerlijk gegeten bij restaurant Karsten's!
Omdat ons geadviseerd is niet in het donker rond te gaan
lopen, vragen we aan het begin van de Strip hoeveel een taxi naar het hotel
kost. We spreken een prijs van 150 dalasis af voor twee personen en worden
keurig voor de ingang afgezet. We gaan nog niet meteen naar onze kamer, maar
nemen nog één drankje op het terras, waar op dat moment een live optreden bezig
is van een man die zichzelf begeleidt op zijn keyboard. Hij doet ontzettend
zijn best, maar helaas zou hij niet door de voorrondes van The Voice heen
komen!
Uiteindelijk keren we terug naar onze kamer. Het is een
dag vol met bijzondere indrukken geweest en we zijn dan ook erg moe. De live
muziek van het terras houdt ons nog even wakker, maar daarna vallen we vrij
snel in slaap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten