Dinsdag 12 juli 2016: Palm Springs --> Phoenix
Na de rustige dag van gisteren
hebben we vandaag onze eerste ‘echte’ reisdag: we gaan van Palm Springs naar
Phoenix, een rit van ongeveer 275 mijl, met onderweg een bezoek aan ons eerste
nationale park – Joshua Tree.
De dag begint weer vroeg,
omdat we nog niet helemaal aan het tijdverschil gewend zijn: om zes uur zijn we
al klaar wakker. We proberen het opstaan nog even te rekken, maar staan
uiteindelijk toch op om te douchen, aan te kleden en in te pakken. Als iedereen
klaar is voor de dag, is het koffers inladen, uitchecken en op weg!
Het eerste stukje van de route
is goed te doen: we rijden naar de overkant van de weg om bij een restaurantje
te ontbijten. Het is een echt Amerikaans ontbijt dat we krijgen – eieren met
pannenkoeken en zo veel koffie als we willen. En uiteraard zijn de glazen jus d’orange
die we krijgen groot genoeg om de hele ochtend mee te doen!
Een echt Amerikaans begin van de dag!
Door het uitgebreide ontbijt
vertrekken we later dan gepland, pas om half elf gaan we rijden. We verlaten
Palm Springs langs Desert Hot Springs en gaan dan de 62 snelweg op. Hier hebben
we een prachtig uitzicht op de bergen, waar we later ook weer een stuk doorheen
rijden.
Dichter bij Yucca Valley in de
buurt zien we de eerste cactussen en een aantal western huisjes, zoals je die
in cowboyfilms ziet. De straatnamen die we zien, zijn afgeleid van de namen van
Indianenstammen, zodat het westerngevoel helemaal compleet is. Ondertussen zien
we steeds meer cactussen – een teken dat we in de buurt komen van Joshua Tree!
Het nationale park begint voor
ons bij het dorpje Joshua Tree zelf (er zijn drie ingangen voor het park). Hier
bezoeken we eerst het Visitor Center. Wie een nationaal park bezoekt, wordt
aangeraden dit altijd eerst te bezoeken, omdat je hier heel veel informatie
kunt vinden. Rangers (de ‘boswachters’ van de nationale parken) kunnen je meer
vertellen over wat er in het park te zien is en ze kunnen nuttige tips geven.
Ook zijn er toiletten te vinden en uiteraard zijn er souvenirs te koop.
Wij schaffen bij het Visitor
Center een ‘America the Beautiful’ pas aan. Voor deze pas betaal je één keer
een bepaald bedrag en dan mag je vervolgens een jaar lang onbeperkt alle
nationale parken van Amerika in (de kaart geldt per auto bij parken waar je de
toegang per auto betaalt en voor maximaal vier personen bij parken waar je de
toegang per persoon betaalt).
Nadat we even rondgekeken
hebben in het Visitor Center, rijden we naar de west ingang van het park. Over
een heuvelachtige weg gaan we naar binnen. Langs de weg zijn aparte rotsen te
zien en de ‘Joshua trees’: de cactusachtige bomen waarnaar het park vernoemd
is.
Rotsen en enkele 'Joshua trees'
Op ons gemak rijden we door
het park heen. De weg is niet moeilijk – er is eigenlijk maar één hoofdweg met
af en toe een zijweg. Op de kaart van het park die je bij het Visitor Center
krijgt, staat precies aangegeven wat mooie plekken zijn om te stoppen. Dit zijn
soms speciaal aangelegde parkeerplaatsen, maar soms ook stukken langs de weg.
Uitzicht in het park
We volgen de weg en slaan
uiteindelijk af naar Barker Dam. Hier is een parkeerplaats om te stoppen en het
beginpunt van de wandeling naar de dam bevindt zich er. Omdat we erg
nieuwsgierig zijn naar de dam, beginnen we aan de wandeling. Op papier lijkt de
wandeling goed te doen (het hele rondje is ongeveer één mijl, oftewel 1,6
kilometer), maar in de praktijk is het zwaar door de droogte en de hitte. Toch
zetten we dapper door en komen we inderdaad bij de dam. Deze is rond 1900
gebouwd om te zorgen voor water voor vee. Vandaag is er door de hitte en
droogte natuurlijk weinig water te zien.
De Barker Dam
Na wat foto’s gemaakt te
hebben, keren we terug naar de airco van de auto. We rijden terug naar de
hoofdweg en maken onze volgende stop bij Skull Rock, een rots die lijkt op een
doodskop.
Skull Rock
Inmiddels zijn we al geruime
tijd in het park. Omdat we ook nog een eind moeten rijden naar Phoenix,
besluiten we wat vaart te gaan maken. Wel stoppen we nog bij Cholla Cactus
Garden: een ‘tuin’ vol met bijzondere cactussen. Bij de stop wordt wel
gewaarschuwd voor dorstige bijen die op de auto afkomen. We zijn dan ook
gedwongen heel snel uit te stappen en ook weer heel snel in te stappen. Gelukkig
gaan er geen bijen mee naar binnen.
De cactustuin
Vanaf de cactustuin rijden we
door naar het Cottonwood Visitor Center bij de zuid uitgang van het park. Hier
stoppen we nog even voor we aan de rit naar Phoenix beginnen. De eindbestemming
gaan we echter niet halen met de huidige inhoud van de tank, dus stoppen we
voor benzine. Dit is even lastig, aangezien je in Amerika moet aangeven hoeveel
je wilt tanken voordat je echt mag tanken. We hebben geen idee van de inhoud
van de tank of de benzineprijzen in Amerika, maar de jongen achter de kassa
weet ons goed te adviseren. Voor ongeveer vijfentwintig dollar heb je een halve
tank benzine, zo’n tien gallon. Omgerekend: voor nog geen vijfentwintig euro
heb je een kleine 38 liter aan benzine…
Met een volle tank gaan we
weer op pad. We stoppen nog kort bij het Generaal Patton Museum, waar we tanks
zien opgesteld, een standbeeld van Generaal Patton zelf (een generaal tijdens
de Tweede Wereldoorlog) en een muur ter herinnering aan soldaten die in de
Korea-oorlog hebben gevochten.
Standbeeld van Generaal Patton
We maken snel wat foto’s, maar
gaan dan toch echt doorrijden richting Phoenix. Een kleine honderd mijl voor de
stad stoppen we nog even bij een ‘rest area’ (een parkeerplaats met toiletten
en snackmachines). Inmiddels zijn we de eerste staatsgrens overgestoken: we
zijn nu in de staat Arizona.
Welkom in Arizona!
Vanaf de rest area is het nog
zo’n anderhalf uur rijden naar ons hotel. De weg is wat saaier dan eerst: de
bergen liggen wat meer in de verte en de weg is gewoon rechttoe, rechtaan
zonder bochten of iets dergelijks. Wel wordt het steeds drukker met
autoverkeer. Bij de vele auto’s is er ook eentje uit Alaska. Dit is te zien aan
de kentekenplaten: daar is de naam van de staat waar de auto vandaan komt op te
lezen. Ik probeer altijd tijdens Amerikavakanties de namen van alle vijftig
staten te ‘verzamelen’ (iets wat nog nooit gelukt is…) en zit, met Alaska
erbij, al bijna op de helft.
Rond zes uur komen we bij de
stadsgrens van Phoenix. Deze stad bestaat eigenlijk uit twee delen: Phoenix
zelf en Scottsdale. Wij verblijven in het gedeelte Scottsdale, maar gelukkig is
het niet ver meer. Ons hotel – waar we twee nachten verblijven – is erg mooi
met ruime kamers, een leuk zwembad en een prachtige receptie waar het nog tot zeven
uur ‘happy hour’ is met gratis drankjes. Natuurlijk zeggen we daar geen ‘nee’
tegen na de lange rit van vandaag!
De ingang van ons hotel
Als we weer wat bijgekomen
zijn, gaan we op zoek naar een restaurant voor het avondeten. Het wordt een
Mexicaan, waar we een enorm bord met eten krijgen. Wat het allemaal precies is,
weten we niet, maar het smaakt prima!
Na het eten lopen we rustig
terug naar het hotel. Omdat het buiten nog steeds erg warm is en we natuurlijk
vandaag veel hitte hebben gehad, besluiten we even af te koelen door een duik
te nemen in het zwembad. Morgen zullen we nog meer van het zwembad zien: we
willen dan namelijk een rustdag houden, aangezien er nog veel lange en
indrukwekkende dagen zullen komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten