donderdag 18 augustus 2016

Reisverslag Noord-Amerika 2016: dag 3

Dinsdag 12 juli 2016: Palm Springs --> Phoenix

Na de rustige dag van gisteren hebben we vandaag onze eerste ‘echte’ reisdag: we gaan van Palm Springs naar Phoenix, een rit van ongeveer 275 mijl, met onderweg een bezoek aan ons eerste nationale park – Joshua Tree.

De dag begint weer vroeg, omdat we nog niet helemaal aan het tijdverschil gewend zijn: om zes uur zijn we al klaar wakker. We proberen het opstaan nog even te rekken, maar staan uiteindelijk toch op om te douchen, aan te kleden en in te pakken. Als iedereen klaar is voor de dag, is het koffers inladen, uitchecken en op weg!

Het eerste stukje van de route is goed te doen: we rijden naar de overkant van de weg om bij een restaurantje te ontbijten. Het is een echt Amerikaans ontbijt dat we krijgen – eieren met pannenkoeken en zo veel koffie als we willen. En uiteraard zijn de glazen jus d’orange die we krijgen groot genoeg om de hele ochtend mee te doen!

Een echt Amerikaans begin van de dag!

Door het uitgebreide ontbijt vertrekken we later dan gepland, pas om half elf gaan we rijden. We verlaten Palm Springs langs Desert Hot Springs en gaan dan de 62 snelweg op. Hier hebben we een prachtig uitzicht op de bergen, waar we later ook weer een stuk doorheen rijden.

Dichter bij Yucca Valley in de buurt zien we de eerste cactussen en een aantal western huisjes, zoals je die in cowboyfilms ziet. De straatnamen die we zien, zijn afgeleid van de namen van Indianenstammen, zodat het westerngevoel helemaal compleet is. Ondertussen zien we steeds meer cactussen – een teken dat we in de buurt komen van Joshua Tree!

Het nationale park begint voor ons bij het dorpje Joshua Tree zelf (er zijn drie ingangen voor het park). Hier bezoeken we eerst het Visitor Center. Wie een nationaal park bezoekt, wordt aangeraden dit altijd eerst te bezoeken, omdat je hier heel veel informatie kunt vinden. Rangers (de ‘boswachters’ van de nationale parken) kunnen je meer vertellen over wat er in het park te zien is en ze kunnen nuttige tips geven. Ook zijn er toiletten te vinden en uiteraard zijn er souvenirs te koop.

Wij schaffen bij het Visitor Center een ‘America the Beautiful’ pas aan. Voor deze pas betaal je één keer een bepaald bedrag en dan mag je vervolgens een jaar lang onbeperkt alle nationale parken van Amerika in (de kaart geldt per auto bij parken waar je de toegang per auto betaalt en voor maximaal vier personen bij parken waar je de toegang per persoon betaalt).

Nadat we even rondgekeken hebben in het Visitor Center, rijden we naar de west ingang van het park. Over een heuvelachtige weg gaan we naar binnen. Langs de weg zijn aparte rotsen te zien en de ‘Joshua trees’: de cactusachtige bomen waarnaar het park vernoemd is.

Rotsen en enkele 'Joshua trees'

Op ons gemak rijden we door het park heen. De weg is niet moeilijk – er is eigenlijk maar één hoofdweg met af en toe een zijweg. Op de kaart van het park die je bij het Visitor Center krijgt, staat precies aangegeven wat mooie plekken zijn om te stoppen. Dit zijn soms speciaal aangelegde parkeerplaatsen, maar soms ook stukken langs de weg.

Uitzicht in het park

We volgen de weg en slaan uiteindelijk af naar Barker Dam. Hier is een parkeerplaats om te stoppen en het beginpunt van de wandeling naar de dam bevindt zich er. Omdat we erg nieuwsgierig zijn naar de dam, beginnen we aan de wandeling. Op papier lijkt de wandeling goed te doen (het hele rondje is ongeveer één mijl, oftewel 1,6 kilometer), maar in de praktijk is het zwaar door de droogte en de hitte. Toch zetten we dapper door en komen we inderdaad bij de dam. Deze is rond 1900 gebouwd om te zorgen voor water voor vee. Vandaag is er door de hitte en droogte natuurlijk weinig water te zien.

De Barker Dam

Na wat foto’s gemaakt te hebben, keren we terug naar de airco van de auto. We rijden terug naar de hoofdweg en maken onze volgende stop bij Skull Rock, een rots die lijkt op een doodskop.

Skull Rock

Inmiddels zijn we al geruime tijd in het park. Omdat we ook nog een eind moeten rijden naar Phoenix, besluiten we wat vaart te gaan maken. Wel stoppen we nog bij Cholla Cactus Garden: een ‘tuin’ vol met bijzondere cactussen. Bij de stop wordt wel gewaarschuwd voor dorstige bijen die op de auto afkomen. We zijn dan ook gedwongen heel snel uit te stappen en ook weer heel snel in te stappen. Gelukkig gaan er geen bijen mee naar binnen.

De cactustuin

Vanaf de cactustuin rijden we door naar het Cottonwood Visitor Center bij de zuid uitgang van het park. Hier stoppen we nog even voor we aan de rit naar Phoenix beginnen. De eindbestemming gaan we echter niet halen met de huidige inhoud van de tank, dus stoppen we voor benzine. Dit is even lastig, aangezien je in Amerika moet aangeven hoeveel je wilt tanken voordat je echt mag tanken. We hebben geen idee van de inhoud van de tank of de benzineprijzen in Amerika, maar de jongen achter de kassa weet ons goed te adviseren. Voor ongeveer vijfentwintig dollar heb je een halve tank benzine, zo’n tien gallon. Omgerekend: voor nog geen vijfentwintig euro heb je een kleine 38 liter aan benzine…

Met een volle tank gaan we weer op pad. We stoppen nog kort bij het Generaal Patton Museum, waar we tanks zien opgesteld, een standbeeld van Generaal Patton zelf (een generaal tijdens de Tweede Wereldoorlog) en een muur ter herinnering aan soldaten die in de Korea-oorlog hebben gevochten.

Standbeeld van Generaal Patton

We maken snel wat foto’s, maar gaan dan toch echt doorrijden richting Phoenix. Een kleine honderd mijl voor de stad stoppen we nog even bij een ‘rest area’ (een parkeerplaats met toiletten en snackmachines). Inmiddels zijn we de eerste staatsgrens overgestoken: we zijn nu in de staat Arizona.

Welkom in Arizona!

Vanaf de rest area is het nog zo’n anderhalf uur rijden naar ons hotel. De weg is wat saaier dan eerst: de bergen liggen wat meer in de verte en de weg is gewoon rechttoe, rechtaan zonder bochten of iets dergelijks. Wel wordt het steeds drukker met autoverkeer. Bij de vele auto’s is er ook eentje uit Alaska. Dit is te zien aan de kentekenplaten: daar is de naam van de staat waar de auto vandaan komt op te lezen. Ik probeer altijd tijdens Amerikavakanties de namen van alle vijftig staten te ‘verzamelen’ (iets wat nog nooit gelukt is…) en zit, met Alaska erbij, al bijna op de helft.

Rond zes uur komen we bij de stadsgrens van Phoenix. Deze stad bestaat eigenlijk uit twee delen: Phoenix zelf en Scottsdale. Wij verblijven in het gedeelte Scottsdale, maar gelukkig is het niet ver meer. Ons hotel – waar we twee nachten verblijven – is erg mooi met ruime kamers, een leuk zwembad en een prachtige receptie waar het nog tot zeven uur ‘happy hour’ is met gratis drankjes. Natuurlijk zeggen we daar geen ‘nee’ tegen na de lange rit van vandaag!

De ingang van ons hotel

Als we weer wat bijgekomen zijn, gaan we op zoek naar een restaurant voor het avondeten. Het wordt een Mexicaan, waar we een enorm bord met eten krijgen. Wat het allemaal precies is, weten we niet, maar het smaakt prima!

Na het eten lopen we rustig terug naar het hotel. Omdat het buiten nog steeds erg warm is en we natuurlijk vandaag veel hitte hebben gehad, besluiten we even af te koelen door een duik te nemen in het zwembad. Morgen zullen we nog meer van het zwembad zien: we willen dan namelijk een rustdag houden, aangezien er nog veel lange en indrukwekkende dagen zullen komen.


Tot morgen!

Lees verder: Dag 4 (Phoenix/Scottdale)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten