vrijdag 28 september 2018

Reisverslag Canada & VS 2018: dag 11

<-- Vorige dag

Donderdag 26 juli 2018: Pendleton --> Nampa

Voordat we vandaag van Pendleton naar Nampa rijden, een rit van zo’n tweehonderd mijl, zullen we eerst het stadje Pendleton verkennen door middel van een rondleiding onder de grond.

Op zich hebben we deze nacht wel redelijk geslapen. We staan wat later op dan anders en gaan naar het restaurant van het hotel voor het ontbijt. Het is niet inbegrepen, maar met kosten van $6,95 per persoon en een zeer ruime keuze bij het buffet (fruit, cornflakes, yoghurt, melk, sap, bagels, brood, beleg) vinden we dat niet erg. Bovendien is het heerlijk rustig in het restaurant: we zijn de enige gasten en krijgen pas later gezelschap van een tweede groepje gasten.

Na het ontbijt gaan we terug naar de kamer om te douchen, aan te kleden en in te pakken. Rond kwart over tien laden we de auto in en als we uitgecheckt zijn, kunnen we Pendleton gaan verkennen. Vanaf het hotel is het een klein stukje rijden, maar ons navigatiesysteem raakt in de war van een bocht en stuurt ons naar een straat die afgesloten is wegens werkzaamheden. Gelukkig lost keren het probleem op.

In Pendleton parkeren we de auto op een parkeerterreintje. Met genoeg flesjes water bij ons, want het is alweer warm, wandelen we het centrum van het stadje in. Het is een echt ouderwets western-stadje met veel winkels waar ze cowboykleding verkopen en cowboylaarzen. Ook op de gebouwen zijn nog sporen van vroeger te zien in de vorm van woorden en jaartallen.

Sporen van vroeger op de gebouwen

We lopen een paar straten door het stadje en gaan dan richting de Underground Tour. Hier begint de rondleiding door het ondergrondse gedeelte van Pendleton. Naast het gebouw van de Underground Tour zien we het Working Girls Hotel. Vroeger was dit een bordeel, maar nu is het omgetoverd tot een hotel. Tijdens hun verblijf in Pendleton hebben de kandidaten van ‘Wie is de Mol?’ hier ook overnacht.

Working Girls Hotel

Van het hotel gaan we naar de ingang van de Underground Tour. We stappen een gezellig winkeltje in waar een bekende blonde vrouw achter de toonbank staat. We herkennen haar natuurlijk van ‘Wie is de Mol?’: tijdens een opdracht mocht zij op de bar zit als figurant.

De blonde vrouw op de foto staat achter de toonbank

Bij de balie laten we de email zien die we gestuurd hebben om te reserveren voor de rondleiding. Het blijkt niet helemaal goed te zijn gegaan, maar we worden gewoon op de lijst erbij gezet voor de rondleiding van half twaalf, want gasten uit Nederland zijn altijd welkom! Ze weten ook nog precies dat ‘Wie is de Mol?’ hier gefilmd heeft en het leuke is dat ze zelfs een boekje gemaakt hebben met herinneringen. Jackie, die straks onze tourgids zal zijn, laat het ons zien. Het blijkt een, voor ons, superleuk boekje met foto’s van de opdracht en de kandidaten, een handgeschreven brief van kandidaat Diederik Jekel, een bladzijde van het draaiboek en ook de complete vragenlijst die de kandidaten altijd aan het begin van het seizoen in moeten vullen.

De brief van Diederik Jekel

Iets voor half twaalf verzamelen we als groep voor de rondleiding in een ruimte naast het winkeltje. Hier begint Jackie met de vraag waar iedereen vandaan komt. De andere gasten komen allemaal uit Amerika en Canada, wij zijn de enigen uit Nederland. Jackie legt ook uit waarom er zo veel Nederlanders naar de Underground Tour komen en raadt mensen aan het filmpje van ‘Wie is de Mol?’ op YouTube terug te zoeken, want het is zelfs met Engelse ondertiteling beschikbaar.

Na de vraag krijgen we een kort filmpje te zien waarin de geschiedenis van Pendleton verteld wordt. Het laat met zwart-wit foto’s zien hoe Pendleton als stad begon en hoe de stad steeds meer groeide. Met de groei kwam ook het gokken naar de stad. Daarnaast waren er veel dames in de stad die het de mannen graag naar hun zin wilden maken. Uiteindelijk kwam er in 1953 een verbod en moesten alle bordelen gesloten worden. Pas jaren later werd het ondergrondse gedeelte van het stadje opnieuw ontdekt en geopend voor rondleidingen.

We verlaten na de film het winkeltje en slaan rechtsaf naar de hoek van de straat. Hier wijst Jackie ons op de straatnamen: de namen die op de straat staan, komen niet overeen met de namen op de straatnaambordjes. De namen op de straat zijn de oude namen, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden soldaten deze namen te verwarrend. Ze veranderden de namen en na de oorlog was iedereen hier zo gewend aan geraakt dat de nieuwe namen zijn gebleven.

Op de hoek van de straat is een trap naar beneden. Ernaast staat een metalen hek. Vroeger, zo vertelt Jackie, was het hek van hout, maar dit ging snel kapot door de mannen die erop gingen zitten om naar de dames op de bovenste verdieping van het gebouw te kijken. Winkeliers kregen hier genoeg van en vervingen de houten hekken door metalen.

Nu gaan we echt het ondergrondse gedeelte in. We lopen de trap af en komen in een ruimte die een bar voorstelt. Deze ruimte herkennen we meteen uit ‘Wie is de Mol?’. Vroeger was het de gewoonte in Pendleton om op de begane grond van het gebouw het echte café te hebben en de tafels voor kaartspelen in de kelder. Zo zijn veel van de ondergrondse ruimtes in Pendleton ontstaan.

De ondergrondse bar

Jackie neemt ons mee naar de bar, waar een bekende pop in een rode jurk zit. Een bordje aan de bar wijst ons er nog maar eens op dat dit uit ‘Wie is de Mol?’ komt. Jackie vertelt ondertussen hoe barmedewerkers vroeger aan extra fooi kwamen: in de tijd dat de ruimte gebruikt werd, betaalden mannen met goudstof. Dit werd afgewogen, maar tijdens het verplaatsen van het goudstof uit de portemonnee van de klant naar de weegschaal viel er natuurlijk stof op de bar. ’s Avonds werd de bar schoongeveegd, zodat het goudstof op de grond terecht kwam. De barman trok vervolgens zijn laarzen aan, waarmee hij in de modderige straatjes bij de bar gelopen had. Met die laarzen liep hij heen en weer achter de bar, zodat het goudstof in de modder onder zijn laarzen vast kwam te zitten. Thuis maakte hij zijn laarzen schoon en zeefde het goudstof eruit. Dit leverde hem zeker $35 aan fooien op. Dames hadden ook een manier om extra fooi te krijgen: ze staken hun haar op en deden aan de onderkant van hun knotje iets plakkerigs. Als ze goudstof aangeraakt hadden dat een klant gegeven had om te betalen, ‘controleerden’ ze even of hun knotje nog goed zat, terwijl ze intussen goudstof in hun haar smeerden. Thuis wasten ze hun haar en verzamelden ze het goudstof.

'Wie is de Mol?' herkenningsmomentje

Van de barruimte gaan we door naar de volgende ruimte: het Chinese badhuis. Vroeger was het voor mannen verplicht om, voordat ze de dames op de bovenste verdieping van het gebouw mochten bezoeken, een bad te nemen. ’s Ochtends betaalde je voor een bad tien cent, maar naarmate het later op de dag werd, ging de prijs omlaag. Dit kwam natuurlijk door het water. Na elk bad werden er slechts twee emmers water uitgehaald en vervangen door twee emmers schoon water. Het bad werd er dus niet schoner op.

Het badhuis

De volgende ruimte is de Chinese wasserette. De Chinezen die naar Pendleton kwamen, spraken nauwelijks Engels. Als iemand was af kwam geven, schreven ze een Chinees karakter op een briefje. Dit briefje scheurden ze door midden. De helft hielden ze, de andere helft was voor de klant. Als de klant terug kwam en zijn helft paste bij de helft van de Chinezen, dan mocht de kleding mee. In die tijd was de meeste kleding van wol en katoen. De Chinezen lieten de kleding voor een deel drogen, waarna ze het streken. Omdat er nog geen stoomstrijkijzers waren, namen ze zelf een slok water in hun mond en sproeiden ze dit water tijdens het strijken over de kleding…

De wasserette

We verlaten de wasserette en gaan naar de ijswinkel. Vroeger was ijs een luxe product, omdat er nog geen vriezers waren. Ondergrondse kelders, zoals de kelder als waar wij instaan, waren ideaal om ijs te bewaren en andere dingen koel te houden. De kelders van de vele winkels zijn dus de tweede reden dat Pendleton zo’n uitgebreid ondergronds gedeelte heeft. Een echte vriezer was het natuurlijk niet en het ijs dat opgeslagen werd, moest alsnog snel gegeten worden. Hiervoor werden geen bolletjes gemaakt, zoals dat nu gebeurt, maar het ijs werd in plakken gesneden alsof het cake was.

De ijswinkel

Na de ijswinkel komen we in de wolkamer, ook een bekende ruimte uit ‘Wie is de Mol?’. Er staan een aantal bedden, die vroeger door de Chinezen gebruikt werden. Vroeger kwamen er veel Chinezen naar Pendleton om te werken, omdat het een populaire stad was. Het geld dat ze verdienden, stuurden ze naar huis. Helaas was er in die tijd heel veel racisme. Zo is er een man die, buiten Pendleton, een Chinese man dood schoot. In plaats van dat hij werd veroordeeld voor moord, kreeg hij een boete van $5 voor het gebruiken van zijn pistool op een plaats waar het niet mocht… Chinezen waren dus boven de grond hun leven niet zeker en kozen ervoor om onder de grond te gaan wonen. Ze gebruikten hiervoor de ondergrondse ruimtes en werktunnels die er al waren en legden nieuwe tunnels aan om van de ene ruimte naar de andere te kunnen komen. Ook hierdoor heeft Pendleton zo’n uitgebreid ondergronds gedeelte.

Chinezen overnachtten in de wolkamer

De volgende ruimte is de slagerij van twee Duitse broers. Jackie vindt de naam maar lastig, dus vraagt ze ons hem voor te lezen: Schwarz Greulich. Ze vindt het maar wat fijn dat ze Nederlanders in de groep heeft! Ook voor veel Amerikanen was de naam lastig, dus noemden de broers hun slagerij Empire. Met behulp van grondwater dat ze lieten bevriezen, hielden ze hun vlees in de kelder koel, waardoor ze één van de beste slagerijen van Pendleton waren. Het ijs dat ze niet nodig hadden om het vlees te koelen, verkochten ze weer, waardoor ze ook nog eens zeer welvarend waren.

Via een gang met ‘prison glass’ (een soort plafondlicht in de vorm van een raam met een heleboel kleine ruitjes) komen we bij de luxe bar van het ondergrondse gedeelte. Om mee te mogen spelen, moest de deelnemer minimaal $50 betalen, wat voor die tijd een enorm bedrag was. Aangezien het niet allemaal legaal was, was er ook iets bedacht voor als de politie kwam controleren: een jongetje werd betaald om te knikkeren boven de bar. Als de politie in de buurt kwam, kon het jochie de mensen in de bar waarschuwen. Die konden vervolgens wegvluchten via een kast, die door de laatste persoon handig weer tot echte kast omgebouwd kon worden. Zo bleef de bar ‘geheim’.

Prison glass

De luxe bar

Een smalle gang brengt ons naar de andere kant van de bar. Hier was de toegangsdeur. Om binnen te komen, moest je een wachtwoord zeggen. Jackie vraagt ons wat we denken dat het wachtwoord was. Een iemand is zo slim om het te bedenken: ‘enter’ (binnen).

De toegangsdeur

We gaan door naar een soort speelruimte, die vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog veel gebruikt werd om soldaten te laten ontspannen. Er zijn smalle bowlingsbaantjes en biljarttafels. Ook staan er uniformen van soldaten tentoongesteld.

De spelletjeskamer

Na deze ruimte gaan we weer naar buiten. De rondleiding is nog niet afgelopen: we lopen een stukje boven de grond, zien het ‘prison glass’ van buiten en horen dat de straat waar we nu lopen vroeger vol met duistere cafeetjes zat. Op de hoek zit het Cosy Theater, wat vroeger een net theater was. Naast het Cosy Theater zaten de Cosy Rooms, een bekend bordeel van Stella Darby. Aan de overkant van de straat staat zelfs een standbeeld van haar.

Prison glass, gezien vanaf de straat

Standbeeld van Stella Darby

We gaan het bordeel in en lopen de trap met 31 treetjes op naar boven. Mannen die vroeger voor het eerst kwamen, zo vertelt Jackie, kwamen via deze weg binnen. Ze werden vervolgens naar de privé-kamer van Stella gebracht voor een eerste gesprek voor ze naar de dames mochten. Mannen die vaker waren geweest, kwamen via de achteringang binnen.

Jackie leidt ons rond door de privé-vertrekken van Stella, waarbij we ook foto’s van haar als jong meisje zien. Ze zou heel goed voor haar meisjes zijn geweest: zo liet ze een kerkdienst organiseren, hielp ze meisjes die wilden stoppen en liet ze de meisjes hun eigen slaapkamers versieren. Een van die slaapkamers kunnen we bekijken, net als de keuken en de wasruimte. Ook lopen we door de gang met de ‘werkkamers’. De kamers hebben een raam dat omhoog geschoven kan worden: als het raam open was, was het meisje beschikbaar en als het raam naar beneden was, had het meisje gezelschap. Mannen konden vroeger door de gang lopen en als ze een meisje zagen dat ze leuk vonden, deden ze een wooden nickel (een houten stuiver) in het doosje dat het meisje bij haar raam had staan. Jackie vraagt of er toevallig iemand een muntje bij zich heeft. Eerder heeft ze mijn vriend stiekem een muntje toegestopt en hij laat het nu zien. Jackie demonstreert hoe het doosje werkt en daarna geeft ze het muntje terug aan mijn vriend: hij mag het houden als herinnering.

De gang met de werkkamers

Het betaaldoosje

Via de achterdeur verlaten we het bordeel en gaan we naar het laatste gedeelte van de rondleiding: de ondergrondse ruimtes waar de Chinezen verbleven en waar opium gebruikt werd. We lopen op de originele stenen vloer van vroeger en mogen nog even bij de waterput kijken. Dan is het snel terug naar boven, want het is een alles behalve gezellig stukje.

De laatste ruimte

Terug in het winkeltje laat Jackie nog enkele voorwerpen zien die onder de grond gevonden zijn en dan is de rondleiding afgelopen. Natuurlijk tekenen we het gastenboek en ook spreken we nog even met Jackie. Ze is erg benieuwd naar onze ervaringen bij de Underground Tour en verder in Amerika. Het is een erg leuk gesprek en ze geeft ons nog een paar tips van dingen die we kunnen bekijken in de buurt.

Na het gesprek kijken we nog even in het winkeltje rond, waarbij we een boekje over de Pendleton Underground kopen en een souvenirkaart waar Jackie en Brooke, de blonde vrouw uit ‘Wie is de Mol?’, ook op staan. Dat vinden we allebei wel een leuke herinnering aan een erg leuke rondleiding.

Helaas moeten we Pendleton nu echt gaan verlaten. We eten nog een broodje op de parkeerplaats voor we richting Nampa gaan. Bij de Blue Mountains Oregon Trail stoppen we even om iets van de Oregon Trail te zien: een route die vroeger van het oosten naar Oregon afgelegd werd door mensen op zoek naar hun eigen land en een beter leven. Ter herinnering staat er nog een huifkar.

De Oregon Trail

We rijden verder over een grotendeels rechte weg door de heuvels met constant een beetje hetzelfde landschap. Bij Baker City nemen we de afslag naar het Oregon Trail Center, want dit kregen we als tip van Jackie. Helaas sluit het centrum om vier uur en is het inmiddels tien over vier. Een beetje balend keren we om en rijden we terug naar de snelweg. Om toch even een onderbreking te hebben, stoppen we kort bij een bekende hamburgerketen voor een ijsje voor mijn vriend het stuur overneemt voor de laatste twee uur naar Nampa.

Nampa ligt in de staat Idaho, waar het een uur later is. Mede hierdoor zijn we pas laat bij het hotel en hebben we daarna geen zin meer om ver te rijden naar een restaurant. Naast het hotel is een restaurant, waar we besluiten te eten. Mijn vriend bestelt een biertje en moet zich, zoals gebruikelijk, identificeren. Zijn identiteitskaart – die hij al vaker heeft laten zien als hij een biertje bestelt – wordt echter niet geaccepteerd, want dat kent de ober niet. Ook het Nederlandse paspoort vindt hij maar raar: hij moet het echt uitgebreid bekijken en onderzoeken voor mijn vriend eindelijk zijn biertje krijgt.

Na het eten gaan we terug naar de kamer, waar we de route voor morgen nog even bestuderen. We hebben drie stops op de planning staan, die allemaal zo’n anderhalf uur uit elkaar liggen. Het belooft morgen dus weer een lange dag te worden, maar we hopen dat het weer net zo’n leuke dag wordt als vandaag.

Tot morgen!

Lees verder: Dag 12



Geen opmerkingen:

Een reactie posten