Donderdag 26 juli 2018: Pendleton --> Nampa
Voordat we vandaag van
Pendleton naar Nampa rijden, een rit van zo’n tweehonderd mijl, zullen we eerst
het stadje Pendleton verkennen door middel van een rondleiding onder de grond.
Op zich hebben we deze nacht
wel redelijk geslapen. We staan wat later op dan anders en gaan naar het
restaurant van het hotel voor het ontbijt. Het is niet inbegrepen, maar met
kosten van $6,95 per persoon en een zeer ruime keuze bij het buffet (fruit,
cornflakes, yoghurt, melk, sap, bagels, brood, beleg) vinden we dat niet erg.
Bovendien is het heerlijk rustig in het restaurant: we zijn de enige gasten en
krijgen pas later gezelschap van een tweede groepje gasten.
Na het ontbijt gaan we terug
naar de kamer om te douchen, aan te kleden en in te pakken. Rond kwart over
tien laden we de auto in en als we uitgecheckt zijn, kunnen we Pendleton gaan
verkennen. Vanaf het hotel is het een klein stukje rijden, maar ons
navigatiesysteem raakt in de war van een bocht en stuurt ons naar een straat
die afgesloten is wegens werkzaamheden. Gelukkig lost keren het probleem op.
In Pendleton parkeren we de
auto op een parkeerterreintje. Met genoeg flesjes water bij ons, want het is
alweer warm, wandelen we het centrum van het stadje in. Het is een echt
ouderwets western-stadje met veel winkels waar ze cowboykleding verkopen en
cowboylaarzen. Ook op de gebouwen zijn nog sporen van vroeger te zien in de
vorm van woorden en jaartallen.
Sporen van vroeger op de gebouwen
We lopen een paar straten door
het stadje en gaan dan richting de Underground Tour. Hier begint de rondleiding
door het ondergrondse gedeelte van Pendleton. Naast het gebouw van de
Underground Tour zien we het Working Girls Hotel. Vroeger was dit een bordeel,
maar nu is het omgetoverd tot een hotel. Tijdens hun verblijf in Pendleton hebben
de kandidaten van ‘Wie is de Mol?’ hier ook overnacht.
Working Girls Hotel
Van het hotel gaan we naar de
ingang van de Underground Tour. We stappen een gezellig winkeltje in waar een
bekende blonde vrouw achter de toonbank staat. We herkennen haar natuurlijk van
‘Wie is de Mol?’: tijdens een opdracht mocht zij op de bar zit als figurant.
De blonde vrouw op de foto staat achter de toonbank
Bij de balie laten we de email
zien die we gestuurd hebben om te reserveren voor de rondleiding. Het blijkt
niet helemaal goed te zijn gegaan, maar we worden gewoon op de lijst erbij gezet
voor de rondleiding van half twaalf, want gasten uit Nederland zijn altijd
welkom! Ze weten ook nog precies dat ‘Wie is de Mol?’ hier gefilmd heeft en het
leuke is dat ze zelfs een boekje gemaakt hebben met herinneringen. Jackie, die
straks onze tourgids zal zijn, laat het ons zien. Het blijkt een, voor ons,
superleuk boekje met foto’s van de opdracht en de kandidaten, een
handgeschreven brief van kandidaat Diederik Jekel, een bladzijde van het
draaiboek en ook de complete vragenlijst die de kandidaten altijd aan het begin
van het seizoen in moeten vullen.
De brief van Diederik Jekel
Iets voor half twaalf
verzamelen we als groep voor de rondleiding in een ruimte naast het winkeltje.
Hier begint Jackie met de vraag waar iedereen vandaan komt. De andere gasten
komen allemaal uit Amerika en Canada, wij zijn de enigen uit Nederland. Jackie
legt ook uit waarom er zo veel Nederlanders naar de Underground Tour komen en
raadt mensen aan het filmpje van ‘Wie is de Mol?’ op YouTube terug te zoeken,
want het is zelfs met Engelse ondertiteling beschikbaar.
Na de vraag krijgen we een
kort filmpje te zien waarin de geschiedenis van Pendleton verteld wordt. Het
laat met zwart-wit foto’s zien hoe Pendleton als stad begon en hoe de stad
steeds meer groeide. Met de groei kwam ook het gokken naar de stad. Daarnaast
waren er veel dames in de stad die het de mannen graag naar hun zin wilden
maken. Uiteindelijk kwam er in 1953 een verbod en moesten alle bordelen
gesloten worden. Pas jaren later werd het ondergrondse gedeelte van het stadje
opnieuw ontdekt en geopend voor rondleidingen.
We verlaten na de film het
winkeltje en slaan rechtsaf naar de hoek van de straat. Hier wijst Jackie ons
op de straatnamen: de namen die op de straat staan, komen niet overeen met de
namen op de straatnaambordjes. De namen op de straat zijn de oude namen, maar
tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden soldaten deze namen te verwarrend. Ze
veranderden de namen en na de oorlog was iedereen hier zo gewend aan geraakt
dat de nieuwe namen zijn gebleven.
Op de hoek van de straat is een
trap naar beneden. Ernaast staat een metalen hek. Vroeger, zo vertelt Jackie,
was het hek van hout, maar dit ging snel kapot door de mannen die erop gingen
zitten om naar de dames op de bovenste verdieping van het gebouw te kijken.
Winkeliers kregen hier genoeg van en vervingen de houten hekken door metalen.
Nu gaan we echt het
ondergrondse gedeelte in. We lopen de trap af en komen in een ruimte die een
bar voorstelt. Deze ruimte herkennen we meteen uit ‘Wie is de Mol?’. Vroeger
was het de gewoonte in Pendleton om op de begane grond van het gebouw het echte
café te hebben en de tafels voor kaartspelen in de kelder. Zo zijn veel van de
ondergrondse ruimtes in Pendleton ontstaan.
De ondergrondse bar
Jackie neemt ons mee naar de
bar, waar een bekende pop in een rode jurk zit. Een bordje aan de bar wijst ons
er nog maar eens op dat dit uit ‘Wie is de Mol?’ komt. Jackie vertelt
ondertussen hoe barmedewerkers vroeger aan extra fooi kwamen: in de tijd dat de
ruimte gebruikt werd, betaalden mannen met goudstof. Dit werd afgewogen, maar
tijdens het verplaatsen van het goudstof uit de portemonnee van de klant naar
de weegschaal viel er natuurlijk stof op de bar. ’s Avonds werd de bar
schoongeveegd, zodat het goudstof op de grond terecht kwam. De barman trok
vervolgens zijn laarzen aan, waarmee hij in de modderige straatjes bij de bar
gelopen had. Met die laarzen liep hij heen en weer achter de bar, zodat het
goudstof in de modder onder zijn laarzen vast kwam te zitten. Thuis maakte hij
zijn laarzen schoon en zeefde het goudstof eruit. Dit leverde hem zeker $35 aan
fooien op. Dames hadden ook een manier om extra fooi te krijgen: ze staken hun
haar op en deden aan de onderkant van hun knotje iets plakkerigs. Als ze
goudstof aangeraakt hadden dat een klant gegeven had om te betalen, ‘controleerden’
ze even of hun knotje nog goed zat, terwijl ze intussen goudstof in hun haar
smeerden. Thuis wasten ze hun haar en verzamelden ze het goudstof.
'Wie is de Mol?' herkenningsmomentje
Van de barruimte gaan we door
naar de volgende ruimte: het Chinese badhuis. Vroeger was het voor mannen
verplicht om, voordat ze de dames op de bovenste verdieping van het gebouw
mochten bezoeken, een bad te nemen. ’s Ochtends betaalde je voor een bad tien
cent, maar naarmate het later op de dag werd, ging de prijs omlaag. Dit kwam
natuurlijk door het water. Na elk bad werden er slechts twee emmers water
uitgehaald en vervangen door twee emmers schoon water. Het bad werd er dus niet
schoner op.
Het badhuis
De volgende ruimte is de
Chinese wasserette. De Chinezen die naar Pendleton kwamen, spraken nauwelijks
Engels. Als iemand was af kwam geven, schreven ze een Chinees karakter op een
briefje. Dit briefje scheurden ze door midden. De helft hielden ze, de andere
helft was voor de klant. Als de klant terug kwam en zijn helft paste bij de
helft van de Chinezen, dan mocht de kleding mee. In die tijd was de meeste
kleding van wol en katoen. De Chinezen lieten de kleding voor een deel drogen,
waarna ze het streken. Omdat er nog geen stoomstrijkijzers waren, namen ze zelf
een slok water in hun mond en sproeiden ze dit water tijdens het strijken over
de kleding…
De wasserette
We verlaten de wasserette en
gaan naar de ijswinkel. Vroeger was ijs een luxe product, omdat er nog geen
vriezers waren. Ondergrondse kelders, zoals de kelder als waar wij instaan,
waren ideaal om ijs te bewaren en andere dingen koel te houden. De kelders van
de vele winkels zijn dus de tweede reden dat Pendleton zo’n uitgebreid
ondergronds gedeelte heeft. Een echte vriezer was het natuurlijk niet en het
ijs dat opgeslagen werd, moest alsnog snel gegeten worden. Hiervoor werden geen
bolletjes gemaakt, zoals dat nu gebeurt, maar het ijs werd in plakken gesneden
alsof het cake was.
De ijswinkel
Na de ijswinkel komen we in de
wolkamer, ook een bekende ruimte uit ‘Wie is de Mol?’. Er staan een aantal
bedden, die vroeger door de Chinezen gebruikt werden. Vroeger kwamen er veel
Chinezen naar Pendleton om te werken, omdat het een populaire stad was. Het
geld dat ze verdienden, stuurden ze naar huis. Helaas was er in die tijd heel
veel racisme. Zo is er een man die, buiten Pendleton, een Chinese man dood
schoot. In plaats van dat hij werd veroordeeld voor moord, kreeg hij een boete van
$5 voor het gebruiken van zijn pistool op een plaats waar het niet mocht…
Chinezen waren dus boven de grond hun leven niet zeker en kozen ervoor om onder
de grond te gaan wonen. Ze gebruikten hiervoor de ondergrondse ruimtes en
werktunnels die er al waren en legden nieuwe tunnels aan om van de ene ruimte
naar de andere te kunnen komen. Ook hierdoor heeft Pendleton zo’n uitgebreid
ondergronds gedeelte.
Chinezen overnachtten in de wolkamer
De volgende ruimte is de
slagerij van twee Duitse broers. Jackie vindt de naam maar lastig, dus vraagt
ze ons hem voor te lezen: Schwarz Greulich. Ze vindt het maar wat fijn dat ze
Nederlanders in de groep heeft! Ook voor veel Amerikanen was de naam lastig,
dus noemden de broers hun slagerij Empire. Met behulp van grondwater dat ze
lieten bevriezen, hielden ze hun vlees in de kelder koel, waardoor ze één van
de beste slagerijen van Pendleton waren. Het ijs dat ze niet nodig hadden om
het vlees te koelen, verkochten ze weer, waardoor ze ook nog eens zeer
welvarend waren.
Via een gang met ‘prison
glass’ (een soort plafondlicht in de vorm van een raam met een heleboel kleine
ruitjes) komen we bij de luxe bar van het ondergrondse gedeelte. Om mee te
mogen spelen, moest de deelnemer minimaal $50 betalen, wat voor die tijd een
enorm bedrag was. Aangezien het niet allemaal legaal was, was er ook iets
bedacht voor als de politie kwam controleren: een jongetje werd betaald om te
knikkeren boven de bar. Als de politie in de buurt kwam, kon het jochie de
mensen in de bar waarschuwen. Die konden vervolgens wegvluchten via een kast,
die door de laatste persoon handig weer tot echte kast omgebouwd kon worden. Zo
bleef de bar ‘geheim’.
Prison glass
De luxe bar
Een smalle gang brengt ons
naar de andere kant van de bar. Hier was de toegangsdeur. Om binnen te komen,
moest je een wachtwoord zeggen. Jackie vraagt ons wat we denken dat het
wachtwoord was. Een iemand is zo slim om het te bedenken: ‘enter’ (binnen).
De toegangsdeur
We gaan door naar een soort
speelruimte, die vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog veel gebruikt werd om
soldaten te laten ontspannen. Er zijn smalle bowlingsbaantjes en biljarttafels.
Ook staan er uniformen van soldaten tentoongesteld.
De spelletjeskamer
Na deze ruimte gaan we weer
naar buiten. De rondleiding is nog niet afgelopen: we lopen een stukje boven de
grond, zien het ‘prison glass’ van buiten en horen dat de straat waar we nu
lopen vroeger vol met duistere cafeetjes zat. Op de hoek zit het Cosy Theater,
wat vroeger een net theater was. Naast het Cosy Theater zaten de Cosy Rooms,
een bekend bordeel van Stella Darby. Aan de overkant van de straat staat zelfs
een standbeeld van haar.
Prison glass, gezien vanaf de straat
Standbeeld van Stella Darby
We gaan het bordeel in en
lopen de trap met 31 treetjes op naar boven. Mannen die vroeger voor het eerst
kwamen, zo vertelt Jackie, kwamen via deze weg binnen. Ze werden vervolgens
naar de privé-kamer van Stella gebracht voor een eerste gesprek voor ze naar de
dames mochten. Mannen die vaker waren geweest, kwamen via de achteringang
binnen.
Jackie leidt ons rond door de
privé-vertrekken van Stella, waarbij we ook foto’s van haar als jong meisje
zien. Ze zou heel goed voor haar meisjes zijn geweest: zo liet ze een
kerkdienst organiseren, hielp ze meisjes die wilden stoppen en liet ze de
meisjes hun eigen slaapkamers versieren. Een van die slaapkamers kunnen we
bekijken, net als de keuken en de wasruimte. Ook lopen we door de gang met de
‘werkkamers’. De kamers hebben een raam dat omhoog geschoven kan worden: als
het raam open was, was het meisje beschikbaar en als het raam naar beneden was,
had het meisje gezelschap. Mannen konden vroeger door de gang lopen en als ze
een meisje zagen dat ze leuk vonden, deden ze een wooden nickel (een houten
stuiver) in het doosje dat het meisje bij haar raam had staan. Jackie vraagt of
er toevallig iemand een muntje bij zich heeft. Eerder heeft ze mijn vriend
stiekem een muntje toegestopt en hij laat het nu zien. Jackie demonstreert hoe
het doosje werkt en daarna geeft ze het muntje terug aan mijn vriend: hij mag
het houden als herinnering.
De gang met de werkkamers
Het betaaldoosje
Via de achterdeur verlaten we
het bordeel en gaan we naar het laatste gedeelte van de rondleiding: de ondergrondse
ruimtes waar de Chinezen verbleven en waar opium gebruikt werd. We lopen op de
originele stenen vloer van vroeger en mogen nog even bij de waterput kijken.
Dan is het snel terug naar boven, want het is een alles behalve gezellig
stukje.
De laatste ruimte
Terug in het winkeltje laat
Jackie nog enkele voorwerpen zien die onder de grond gevonden zijn en dan is de
rondleiding afgelopen. Natuurlijk tekenen we het gastenboek en ook spreken we
nog even met Jackie. Ze is erg benieuwd naar onze ervaringen bij de Underground
Tour en verder in Amerika. Het is een erg leuk gesprek en ze geeft ons nog een
paar tips van dingen die we kunnen bekijken in de buurt.
Na het gesprek kijken we nog
even in het winkeltje rond, waarbij we een boekje over de Pendleton Underground
kopen en een souvenirkaart waar Jackie en Brooke, de blonde vrouw uit ‘Wie is
de Mol?’, ook op staan. Dat vinden we allebei wel een leuke herinnering aan een
erg leuke rondleiding.
Helaas moeten we Pendleton nu
echt gaan verlaten. We eten nog een broodje op de parkeerplaats voor we
richting Nampa gaan. Bij de Blue Mountains Oregon Trail stoppen we even om iets
van de Oregon Trail te zien: een route die vroeger van het oosten naar Oregon
afgelegd werd door mensen op zoek naar hun eigen land en een beter leven. Ter
herinnering staat er nog een huifkar.
De Oregon Trail
We rijden verder over een
grotendeels rechte weg door de heuvels met constant een beetje hetzelfde
landschap. Bij Baker City nemen we de afslag naar het Oregon Trail Center, want
dit kregen we als tip van Jackie. Helaas sluit het centrum om vier uur en is
het inmiddels tien over vier. Een beetje balend keren we om en rijden we terug
naar de snelweg. Om toch even een onderbreking te hebben, stoppen we kort bij
een bekende hamburgerketen voor een ijsje voor mijn vriend het stuur overneemt
voor de laatste twee uur naar Nampa.
Nampa ligt in de staat Idaho,
waar het een uur later is. Mede hierdoor zijn we pas laat bij het hotel en
hebben we daarna geen zin meer om ver te rijden naar een restaurant. Naast het
hotel is een restaurant, waar we besluiten te eten. Mijn vriend bestelt een
biertje en moet zich, zoals gebruikelijk, identificeren. Zijn identiteitskaart
– die hij al vaker heeft laten zien als hij een biertje bestelt – wordt echter
niet geaccepteerd, want dat kent de ober niet. Ook het Nederlandse paspoort
vindt hij maar raar: hij moet het echt uitgebreid bekijken en onderzoeken voor
mijn vriend eindelijk zijn biertje krijgt.
Na het eten gaan we terug naar
de kamer, waar we de route voor morgen nog even bestuderen. We hebben drie
stops op de planning staan, die allemaal zo’n anderhalf uur uit elkaar liggen.
Het belooft morgen dus weer een lange dag te worden, maar we hopen dat het weer
net zo’n leuke dag wordt als vandaag.
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten