Zaterdag 21 juli 2018: Seattle --> Portland
Nadat we gisteren de stad
Seattle bekeken hebben, gaan we vandaag naar onze tweede grote stad tijdens ons
verblijf in de Verenigde Staten: Portland. Onderweg ernaartoe willen we ook nog
een stukje natuur zien door een bezoek te brengen aan Mount Rainier National
Park.
Ondanks wat herrie van de
buren gisterenavond, hebben we redelijk geslapen. We staan rond half zeven op,
douchen en ontbijten op de kamer en pakken dan de laatste spullen in. Als we
vervolgens de auto ingeladen hebben en uitgecheckt zijn, gaan we op weg
richting Portland.
Volgens ons navigatiesysteem
is het een uur en veertig minuten rijden naar Mount Rainier National Park.
Onderweg zien we veel groen, verder is het gewoon rustig doorrijden. Zodra we
bij de ingang van het park komen, verandert dit: er staat al een aardige file
voor de toegangspoortjes. We wachten rustig af tot we aan de beurt zijn en na
een minuut of tien kunnen we onze jaarpas laten zien en het park in rijden.
Vrij snel na de ingang zien we
een parkeerplaatsje. Hier stoppen we even om van het toilet gebruik te maken.
Omdat we nog geen zin hebben om meteen weer terug de auto in te gaan, lopen we
richting het uitkijkpunt bij de Kautz Creek rivier. Het blijkt een goede keuze:
vanaf dit punt is de berg Mount Rainier heel mooi te zien.
Mount Rainier
Een aantal foto’s later
vervolgen we onze route door het nationale park. We klimmen langzaam tussen de
bossen door, steeds hoger en hoger. Bij Cougar Rock stoppen we voor de tweede
keer. Dit blijkt een punt te zijn met een riviertje van smeltwater tussen de
keien door met hier en daar afgebroken bomen. Mount Rainier bevindt zich op de
achtergrond, maar de top is helaas niet meer zo mooi te zien als eerder bij
Kautz Creek.
Cougar Rock
We rijden verder door en
stoppen voor de derde keer bij de Narada Falls. Hier is het wat drukker, we
moeten wat moeite doen om een parkeerplaats te vinden. Vanaf de parkeerplaats
moeten we een pad volgen dat aardig steil naar beneden loopt. Daar hebben we
een prachtig uitzicht op de Narada waterval. Als de zon schijnt, kunnen we
zelfs aan de voet van de waterval een regenboog zien.
Narada Falls
Als we verschillende foto’s
gemaakt hebben, keren we terug naar de auto. We gaan verder richting de top,
wat betekent dat we af en toe een mooi uitzicht hebben over het dal. Vlakbij de
top is een Visitor Center (een informatiecentrum), maar de parkeerplaats ervan
is vol. Een parkmedewerker stuurt ons naar beneden, waar ook nog parkeerruimte
moet zijn. We rijden langzaam verder, zoekend naar een plaatsje… tot we ineens
weer bij het beginpunt staan zonder ook maar ergens een parkeerplaats gezien te
hebben. Werkelijk alles is vol hier. We besluiten daarom om te keren en op een
lager punt een parkeerplaats te zoeken.
Iets lager is inderdaad een
stopplaats aan de zijkant van de weg. Hier stoppen we in de hoop de top van
Mount Rainier nog een keer te zien, maar helaas is het zo bewolkt dat we alleen
de lagere gletsjers nog een beetje kunnen zien. We vinden het niet heel erg,
aangezien we vanochtend de top al mooi gezien hebben.
Mount Rainier in de bewolking
Met de gletsjers op de
achtergrond eten we een broodje, terwijl we genieten van de rust. Na de pauze
gaan we rustig terug naar beneden, waar we nog even proberen te kijken bij de
Christine Falls. Dit blijkt echter een lange, steile wandeling te zijn, dus
gaan we terug naar Kautz Creek voor nog een korte stop. Het valt ons op dat het
er nu wel drukker is dan eerder vanochtend.
Wanneer we het park uit gaan
(met mij als chauffeur achter het stuur), blijkt nogmaals dat het drukker is
dan vanochtend: de file voor de ingang staat nu tot voorbij het eerste dorpje,
wat ruim twee kilometer is. Gelukkig is het aan onze kant rustig en kunnen we
vlot doorrijden.
In het dorpje Morton stoppen
we nog even voor we doorgaan richting Portland. Het eerste stuk gaat
grotendeels door een bosachtig landschap, later zien we minder bossen en wordt
het landschap wat droger. Het is nog een lange rit, maar er is weinig verkeer,
wat het geen vervelende rit maakt.
Uiteindelijk komen we in de
buurt van Portland Airport, waar ons hotel staat. Langs de Ikea en via een rare
route van ons navigatiesysteem (is één keer links niet makkelijker dan drie
keer rechts en een drukke weg over moeten steken?) komen we bij ons hotel, de
Shilo Inns. Het is een mooi hotel met een nog mooier kamer: we hebben een
slaapgedeelte met twee bedden en daarachter nog een zitgedeelte met een bank,
een tafel met stoelen eromheen en een klein keukentje met magnetron en
koelkast. Ook zijn er maar liefst drie televisies in de kamer: eentje in het
zitgedeelte, eentje in het slaapgedeelte en eentje… in de badkamer…
Onze prachtige kamer
Nadat we wat was gedaan
hebben, nemen we nog een duik in het zwembad voor we ons omkleden en op zoek
gaan naar een restaurant voor het avondeten. Het wordt een Chinees restaurant
op loopafstand, waar we zeer vlot geholpen worden. Vooraf krijgen we een ietwat
vage soep qua ingrediënten, maar het hoofdgerecht is prima. Het toetje – een
‘fortune cookie’ – krijgen we meteen erna, inclusief rekening. Alles bij elkaar
zijn we uiteindelijk nog geen twintig minuten binnen geweest.
Vanaf het restaurant lopen we
nog een klein stukje door de buurt, waarbij er regelmatig vliegtuigen over
vliegen. Als we terug zijn bij het hotel, informeren we bij de receptie voor de
mogelijkheden om met het openbaar vervoer naar de stad Portland te gaan. Het
blijkt makkelijk: we kunnen met een gratis busje naar het vliegveld en vanaf
daar met de rode ‘MAX’ lijn, een soort metro. Voor het busje hoeven we niet te
reserveren, ook terug niet, want het rijdt standaard om het halfuur.
We bedanken de receptioniste
voor de informatie en gaan terug naar onze kamer, waar we nog een tijdje
vliegtuigen kijken vanuit het zitgedeelte.
Overvliegend vliegtuig van Alaska Airlines
Ook bekijken we nog even wat we
morgen in de stad willen zien, aangezien we heel benieuwd zijn naar een aantal
locaties die we in ‘Wie is de Mol?’ gezien hebben. We hebben er in ieder geval
heel veel zin in!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten